In aansluiting met hetgeen hij in de Augustus=aflevering geschre
ven heeft, zet Kapitein Roldanus zijne verhandeling over het schieten
der vestingartillerie voort.
Ad. Int.
Militair Technisch Tijdschrift. No. 5, September 1918.
Kap. Oudendijk behandelt „Verbetering aan een vloeistofrem voor
geschut", naar aanleiding van een octrooi, dat betrekking heeft op zoo-
danigen rem voor affuiten met veranderlijken vuurmondterugloop
Eerst bespreekt Schr. met een enkel woord de verschillende stelsels van
affuiten met vuurmondterugloop, nl. die met standvastig korten, met
standvastig langen en met veranderlijken vuurmondterugloop, waarna
aan de hand van eenige doorsnedeteekeningen de verbetering aan
de rem wordt uiteengezet. Uit het artikel blijkt, dat de Nederland-
sche artillerie thans in het bezit is van houwitsers vanl2cM. L/14
van Krupp en van Bofors (Zweedsche geschutfabriek), benevens
van houwitsers van 15 cM. L/14 van Krupp
Luit. Burger beëindigt zijn artikel over „De fabricage van de
scherpe patronen No. 1", terwijl luit. Wilson het vervolg geeft van
zijn opstel „Over de technische inrichting van moderne zoeklichten",
beide artikelen verduidelijkt met photo's.
„Rookgevende en lichtgevende Kogels", door luit. Zon, doet ons
kennis maken met deze bij de oorlogvoering in de lucht meer en
meer in gebruik gekomen projectielsoorten, waarvan de Schr. ons
de algemeene inrichting duidelijk maakt en tevens aangeeft de wijze,
waarop hij zich voorstelt, dat die patronen zullen worden aangewend.
Kap. Hardeman behandelt „Thermotelefonen voor militaire doelein
den", bespreekt eerst het beginsel, waarop deze telefoon berust,
vervolgens de samenstelling en daarna de voordeelen boven de ge
wone telefoon, welke volgens Schr. bijzonder groot zijn.
Mavors No. 9, September 1918.
Zijn opstel „Het inrichten van en de strijd in de loopgraven"
voortzettend, behandelt kap. v.D. Akker thans het bezetten van de
loopgraven, waarbij schematische voorstellingen van de opstelling
eener divisie en van het vak eener compagnie.
„Toewijding en bezieling", een opwekkend artikeltje van kap.
de Gelder met eenige voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis Waarom
Schr. dit plaatst, blijkt uit het slot, waar hij schrijft wij
overtuigd zijn, dat het leger toch in de eerste plaats aan iets anders
behoefte heeft dan aan verbetering van de tractementen. Men is
zoo gewend steeds de materiëele zijde naar voren te brengen en
de hoogere beginselen uit het oog te verliezen. De geest des tijds?
Een snuifje bezieling ware zoo welkom
171