Lezenswaard zijn ook het „Uittreksel uit het proces-verbaal om trent het zinken van Hr. Ms. „Gil", ten gevolge van het loopen op een mijn voor den ingang van het Stortemelk" en „De berging van het wrak van Hr Ms. torpedoboot „GHl"" door kap.-luit. Brugman. De artikelenreeks bevat bovendien nog: „Een en ander over militaire vorming" door Schreuoers (een kort opstelletje, waarin een omschrijving van het begrip militaire tucht wordt gegeven'. „Het azimuth-blad", door G. J. Ranneft. „De zonne-theorie van Dr. Brester", door J.W. Langeler. „Nogmaals eenige beschouwingen over de inrichting tot zelfbe- veiliging van schepen tegen het mijnengevaar Systeem- Goedhart", door luit. ter zee Vink. „Pensioenen voor weduwen- en weezen van officieren bij de En- geische marine", door H. VAN der Slooten, benevens „Een opmerking naar aanleiding van het „Rapport over de li chamelijke ontwikkeling der adelborsten op het Koninklijk Insti tuut voor de Marine", door B M. van Driel. De rubriek „Uit de pers" bevat „Zeevliegers", overgenomen uit „Onze Vloot", dat aangeeft welken belangrijken rol de mari ne-luchtvaartdienst in den "tegenwoordigen oorlog speelt, voorts „Een bezoek aan een vliegkamp" (Fransch front, overgenomen uit het Alg. Handelsblad). In de „Korte Mededeelingen" treffen we o. m. een bericht aan over de draadlooze verbinding Holland Indië, waarvoor een station zal worden opgericht in het Kootwijker Zand (bij Apeldoorn), dat vermoedelijk 5 millioen gulden zal kosten. Aan het slot bevat deze aflevering de ontwerp-marinebegrooting 1919 (Vide Hoofdstuk Staatsbegrooting), waarin verschillende me dedeelingen, bv. over den aanbouw van nieuw materiëel, de uitbrei ding van den marinevliegdienst enz., welke ook voor Indië van be lang zijn. J. 173

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 183