Europa afkomstig. Dit oordeel berust niet op de leerprogramma's der a s. Indische militaire scholen, daar het regeeringsontwerp deze niet geeft, hoogstwaarschijnlijk zijn zij nog niet eens vastgesteld; maar de Generaal trekt uit de maatschappelijke en financiëele ge lijkstelling van de a.s. Indische officieren met de Indische artsen, rechtskundigen en bestuursambtenaren de conclusie, dat zij ten achter zullen staan bij de in Nederland opgeleiden. Hiertegen kan worden opgemerkt, dat de Regeering klaarblijkelijk uitgegaan is var het denkbeeld, dat het voor de Indische schatkist niet te dragen is om aan in Indië opgeleide landsdienaren dezelfde bezoldiging te geven als aan hen, die in Europa zijn opgeleid; dit denkbeeld sluit eene volkomen gelijkwaardige opleiding volstrekt niet uit, al zullen de uitkomsten in het begin ten gevolge van den grooten achterstand op onderwijsgebied nog niet de gewenschte kunnen zijn. Maar men zal toch eens moeten beginnen Gen. de Greve komt tot de conclusie, dat een goed leger van 100.000 man op Java niet kan worden gevormd en daarom geeft hij de voorkeur aan een minder sterk, doch uit goede troepen samengesteld leger van 60.000 a 70.000 man, waarmede het doel, de verdediging van Java, kan worden bereikt, hetgeen dan nader wordt toegelicht Hij berekent dan nog boven het bestaande leger 23.0C0 man noodig te hebben, te verkrijgen uit Inl. dienstplichtigen, waarvan 12.000 man bestemd voor geleider bij de treinen en voor ziekendrager, die dus geen langen diensttijd hebben te doorloopen en te nemen uit de onontwikkelden, en de overigen voor de vier wapens en te nemen uit de ontwikkelden, waarvoor een diensttijd van één jaar voldoende is. P. 176

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 186