„tijd een kern van beroepssoldaten noodig hebben als politiemacht „in handen van een voorloopig nog in hoofdzaak door Wester lingen gevormd centraal gezag. Als zoodanig kan een militie- pleger in een overgangsperiode tusschen zakelijke, vooral op „eigen belang gerichte kolonisatie en zelfbestuur door Indiërs „nog niet in aanmerking komen. Een andere vraag is, of deze „kern van beroepssoldaten als gewapende-politiemacht niet naast „het militieleger gesteld kan worden als een afzonderlijk korps, „ressorteerende onder het departement van Oorlog. M. a. w. de „Indische weermacht ware te verdeelen in een militieleger, ge- „vormd door Indiërs en bestemd om de gemeenschap der Indiërs „zoo noodig tegen aanvallen van buiten te verdedigen, en een „korps van gewapende politie, als machts- en gezagsmiddel in „het binnenland. „Het is mogelijk, dat dit antwoord te aanvaarden is, doch dan „zeer zeker alleen als toekomstmuziek en toekomstbelofte, waar „het niet te voorzien is, dat in afzienbaren tijd een militieleger van „zoodanige kracht gevormd kan worden, dat de legermacht van be roepssoldaten als verdedigingsmiddel tegenover een buitenland- „schen aanvaller uitgeschakeld kan worden. „Kan echter het beginsel als zoodanig aanvaard worden, dan is „een tweede vraag te stellen: blijft op de buitengewesten, dus te genover den zoogenaamden inlandschen vijand, noodig een pre ventief machtsmiddel, dat èn uit militairen én uit politie bestaat? „M. a. w. is hier geen samensmelting tot één krachtig, militair poli tiekorps mogelijk? Kan de taak - ook de preventieve taak welke „de troepen in de buitengewesten te vervullen hebben, thans niet „worden overgenomen door een gewapende-politiemacht van ge lijkwaardige kracht en gelijkwaardig gehalte?" De schrijver van bovenbedoeld artikel beantwoordt, en wij zou den haast zeggen natuurlijk, deze vraag bevestigend. De feitelijke pacificatie der buitengewesten is tot stand ge bracht. De economische ontwikkeling van land en volk gaat voort durend en crescendo vooruit: de buitengewesten zijn niet langer een gesloten en in ieder opzicht verwaarloosde „bezitting". De korte verklaring heeft de primitieve vorsten en vorstendommen in zelfbesturen onder onze leiding hervormd; door beter onderwijs en betere opleiding in onzen geest zal een jonge generatie zelfbestuur- ders ontstaan van bruikbaar en behoorlijk gehalte. In tal van streken waardeert de bevolking onze bemoeienis, vooral, omdat door die bemoeienis orde, rust en veiligheid zijn ontstaan, omdat de bevol- 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 191