reputatie dan de gewapende politie, zoodat een gelegenheid oui haar verbeteren, zeer welkom zal zijn. Het materiëel, waaruit de gewapende politie gerecruteerd wordt, is in het algemeen niet slecht en physiek gelijkwaardig aan onze Inlandsche soldaten te stellen, indien althans niet té onverschillig gekeurd wordt: het gebeurt herhaaldelijk, dat aspiranten, die voor het leger niet geschikt worden bevonden, voor de politie worden aangenomen. Tijdens het heerschen van de Spaansche influenza is wel geble ken, dat het percentage der overleden gewapende politiedienaren veel hooger was dan dat in het leger, doch ik wijt dit niet aan physieke minderwaardigheid als oorspronkelijke oorzaak, doch wel aan zeer gebrekkige voeding, een gevolg van totaal gebrek aan toezicht, terwijl de gezondheidszorg in het kampement alles te wen- schen overliet, ten gevolge van de volstrekte onwetendheid en zorgeloosheid van de Inlandsche detachementscommandantén. Ik heb in dit opzicht schandelijke toestanden geconstateerd. Physiek zijn de gewapende politiedienaren zeer zeker gelijk waardig of binnen betrekkelijk korten tijd gelijkwaardig te maken aan de garnizoensinfanterie. Bovendien dienen tal van Amboineezen, Timoreezen, Menadoneezen, Alfoeren e. d. krijgshaftige typen in het k0rpS zij zouden een aanwinst voor ons leger zijn, zoodra zij vol doende geoefend waren, hetgeen eveneens zeer wel doenlijk is. Kader vorming is eveneens mogelijk; hoewel het tegenwoordige Inlandsche kader van de politie in het algemeen beduidend beneden het leger- kader staat, is ook in dit overzicht verbetering aan te brengen. Practisch zouden er dan ook m. i. geen overwegende bezwaren bestaan tot het opnemen van de gewapende politie, of een deel daarvan, in een mogelijk politieleger, althans voor zoover het In landsche materiaal betreft. Een andere quaestie is, wat bij een sa mensmelting de toekomst wordt van divisie- en afdeelingscoroman- danten en van de Europeesche detachementscommandanten (voor het grootste deel allen gepensionneerde militairen). Onoplosbaar lijkt mij echter dit vraagstuk niet, het ligt echter minder op mijn weg om hierop dieper in te gaan. Een tweede vraagstuk doet zich eveneens voor. Behoeft ons leger, dat op het oogenblik over 20000 a 25000 combattanten (1) de beschikking heeft, nu de toevoeging van 10000 man bij eene (1) Ik ben niet in staat om hier op het oogenblik de juiste cijfers te geven, misschien kan de redactie hier behulpzaam zijn? A. De geheele infanterie telt ongeveer 31.000 Eur., Amb. en Inl. 186

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 196