Het spreekt echter wel vanzelf, dat deze factor van zulk een overwegenden invloed is op de opstelling der artillerie, dat de troepenaanvoerder daarvan niet onkundig mag blijven en er bij het geven van zijne bevelen terdege rekening mee zal moeten houden. Ondanks de hierboven geleverde beschouwingen zal menigeen nog groote moeilijkheden ondervinden bij het omspringen met den mi nimumafstand. Het is daarom, dat ik eenige korte recepten laat volgen voor veel voorkomende gevallen, hoe men den minimufstand. ongeveer zal kunnen vaststellen. De hemel beware mij voor een starre toepassing van die receptenZij bedoelen alleen het begrip minimumafstand eenigszins te verduidelijken en aan te geven, welke maatregelen, genomen in verband met den tactischen toestand, daarop van invloed zijn. A. Aanval. 1. Voorhoede. Het gevecht draagt een sterk afwisselend en heen en weergaand karakter; weinig voorbereiding. Artillerie: veilig opstellen, dus ver naar achteren. Groote vuurzone, kleine minimumafstand; laatste goed vereenigbaar met opstelling achter waarts. Indien vuur op korte afstanden niet mogelijk, afzonderlijke deelen der artillerie aanwijzen voor vuur op korte afstanden. Vuur moet gebracht kunnen worden op vijandelijke infanterie, ook wan neer die binnen den werkzaamsten geweerschotsafstand mocht ko men. Scheiding van artillerie in infanteriebaterijen en contrabatterijen niet altijd mogelijk. 2. Ontwikkeling van de hoofdmacht. Eerste optreden van de eigen artillerietegen de vijandelijke batterijen, die de nadering van de infanterie beletten. Minimumafstand in geen geval kleiner dan noodig is om de artillerieopstellingen van den vijand te kunnen bereiken. Vooral bij aanval op stelling eigen batterijen zoo gedekt mogelijk opstellen. Batterijen, die den infanterieaanval rechtstreeks steunen, hebben de voornaamste taak, dus liefst zoo veel mogelijk dekking. Echter niet altijd met absolute juistheid bekend, waar de weerstand zal worden ondervonden. Daarom mag minimumafstand niet te groot worden genomen. Bovendien eenigszins voorbereid zijn op offen sieve ondernemingen van den vijand. In verband met tijd, die noodig is om het vuur te verleggen, zal minstens een 500 M. vóór de vijandelijke (vermoedelijke; stelling vuur moeten kunnen worden gebracht. 199

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 213