dus wel groot zijn. Ook voor de middelbare afstanden dienen op
stellingen te worden ingenomen, terwijl ten slotte het terrein tot
vlak vóór de stelling onder vuur moet kunnen worden genomen.
Van vuurvrije strooken mag natuurlijk geen sprake zijn. Waar dus
een minimumafstand de werking van een geschutopstelling beperkt,
moet de werkingssfeer van andere opstellingen beginnen. Het is
dus niet wel mogelijk, aan te geven, welke minimumgrens men zou
moeten geven aan het geschut voor het vuur op groot afstanden.
Alles hangt hier af van omstandigheden, terrein, beschikbare artillerie,
enz. Een uiterst weloverwogen verdeeling van de artillerie, een
nauwkeurige bepaling van de te bevuren strooken, een nagaan van
de dekkingsmogelijkheden moet leiden tot de vaststelling van den
minimumafstand voor elke geschutopstelling. Hierbij moet tevens in
aanmerking worden genomen de mogelijkheid om het geschut te
verplaatsen en te doen deelnemen aan den strijd van meer nabij.
Een onderschatten van eigen vuurkracht, van andere middelen
voor de nabijverdediging, zooals mitrailleurs, en de wensch om door
alle beschikbare artillerie alles te laten doen, wat voor artillerie
maar mogelijk is te doen, leidt veelal tot het eischen van een zeer
kleinen minimumafstand, ook voor geschut, dat aanvankelijk op de
grootere afstanden wordt gebruikt. Dit zou ongetwijfeld totgroote
teleurstellingen leiden, daar een actieve vijand niet de minste moeite
zal hebben om batterijen, die zich bij den aanvang van den strijd,
wanneer hij nog niets van zijn gevechtskracht heeft verloren en zelf
nog totaal niet gedwongen wordt om zich te demaskeeren, doen
herkennen door hun vuurstraal of rook, binnen korter of langer tijd
te neutraliseeren en zelfs te vernietigen; iets, waar zijn aanval
gerust op wachten kan!
2. Geschut voor de nab ij verdediging. Dit geschut
moet kunnen vuren tot vlak vóór de eigen linie. Dit wordt
naar omstandigheden verkregen door gemaskeerde randstellingen,
flankeerende opstellingen of opstellingen ver achter de eigen ver
dedigingslijn. Van een bepaalden minimumafstand voor het geschut
is dus geen sprake, men kan hier alleen zeggen, dat de minimumaf
stand tot de infanterielinie nul moet zijn. Een zoodanige strook vóór
de stelling moet kunnen worden bevuurd, dat de vijand niet in
staat kan zijn met één sprong de eigen linie te bereiken, zonder
onder het vuur van het geschut voor de nabijverdediging te zijn
geraakt. Men zal dus rekening hebben te houden met den tijd, die
noodig is om het bevel tot vuren aan de batterij over te brengen.
Voor elk terreingedeelte zal dus nauwkeurig moeten worden
201