Niets is waarlijk eenvoudiger, en als men het heerlijke zelfvertrou wen aanschouwt, waarmede sommige troepenaanvoerders hun op- drachtje aan de artillerie uitdeelen, dan zou men zich bijna laten meesleepen en zich afvragen, of het maar niet beter is hetzelfde recept onder alle omstandigheden toe te passen en alle geleerdheid maar op zij te zetten. Maar aan allen, die daartoe neiging mochten ge voelen, blijf ik toeroepensluit Uwe oogen toch even en bedenkt, dat de vijand altijd als spelbreker optreedt door terug te schieten Het gebruik van artillerie, als men er te weinig van heeft, levert stof voor een zeer interessante studie op zichzelf, waarvoor hier echter niet de plaats is. Hoofdzaak is, dat men zich afvraagt: Wat kan ik met mijn artillerie doen, en wat wil ik uit alle mogelijkheden in de erstplaats doen; hoe lang wil ik mijn artillerie intact houden Ook bij de bepaling van den minimumafstand moeten deze vragen gesteld en beantwoord worden. Bij den aanval treden zij min der op den voorgrond dan bij de verdediging, omdat het streven bij den aanval steeds naar voren is, bij de verdediging daarentegen de vijand tot op de kortste afstanden moet worden afgewacht Neemt men nu bij de verdediging als systeem aan, om bij gebrek aan artillerie deze te gelijkertijd te willen gebruiken voor het vuur op groote afstanden en, door het geven van een kleinen mini mumafstand, tevens voor de nabij verdediging, dan zal men juist het omgekeerde bereiken van wat men wenscht. Het is toch duidelijk, dat men bij gebrek aan artillerie des te minder in staat is de vijan delijke artillerie in bedwang te houden. Dat men dus vooral in den aanvang zijn artillerie ter dege gedekt moet opstellen. Doet men dit niet, dan zijn de gevolgen zeer eenvoudig, maar fnuikend de vijand zal weldra het weinigje artillerie, dat wij nog hebben, het zwijgen hebben opgelegd, en dan hebben wij zeker niets meer voor de nabijverdediging. Waar bovendien artillerie, die op groote afstanden moet werken, onmogelijk tevens flankeerend vuur kan brengen op korte afstanden, leidt de frontopstelling meestal tot onoplosbare situaties door den eisch, dat de doode hoeken voor de stelling moeten worden bestreken. Bij het gebruik van artillerie onder vorenbedoelde omstandighe den dient men dus zeer wel te overwegen, waarvoor men de artil lerie in de eerste plaats wenscht te gebruiken. Het karakter van het gevecht, dat men denkt te voeren, en verder het terrein geven hierin den doorslag. Voert men een gevecht om tijdwinst, met de vooropgezette bedoeling de stelling te verlaten, voor de vijand zich daarin heeft vastgebeten, dan is het duidelijk, dat men de artillerie 203

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 217