Een luitenant, die te voren weet, dat hij als kapitein wetenschap - pelijk behoorlijk aan den tand gevoeld wordt, houdt zijn kennis bij en als kapitein heeft hij er het grootste belang bij om bepaald te studeeren. Begrijpt hij zijn belang en heeft hij een korpscom mandant, die hem tot richtsnoer kan dienen, dan zal de kapitein ruim practische troepenervaring paren aan een behoorlijk quantum wetenschap, twee elementen, die een hecht fundament vormen voor de hoogere troepenaanvoering, leder hoofdofficier moet normaal geacht kunnen worden den kolonelsrang te kunnen bereiken. „Zoo chef, zoo ondergeschikte" en de officier weerspiegelt zich in den troepdat merkt men thansdat zal ook kunnen worden gemerkt bij veranderde inzichten. Men stelle strenge, docht redelijke regelen en houde er de hand aan Half Oct. 1918. A. M. W. van Renesse, Kapitein der Infanterie. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 22