wordt zoo spoedig vergeten. Bovendien heeft men in die her halingsoefeningen een controlemiddel. Bij inlijving alleen van geletterden kunnen en moeten dezen wor den geregistreerdbij inlijving van allen zal men de Inlandsche hoofden verantwoordelijk moeten stellen voor de kennis van het blijven, gaan en komen van allen, die hebben gediend. Herhalingsoefeningen in het 3de, 5de, 8ste en 11de jaar van dienstplicht, en wel telkens voor 4 weken tijdens den manoeuvre- tijd. Vermoedelijk zal zulks voor het gros blijken een minimum te zijn (1). ad 2e. De encadreering. a. Of/icieren. Door het feit, dat in de eerstvolgende jaren nog niet over officie ren en kader kan worden beschikt voor de encadreering van de militiekorpsen en voor de opleiding der miliciens, zal men moeten afzien van lichtingen van normale sterkte. De kadervorming en de officiersopleiding zullen daarom met groote voortvarendheid ter hand moeten worden genomen en men wil nu oprichten een Indische Militaire Academie, een Cadettenschool en een Instructie-Bataljon. Men kan niet anders dan deze plannen toejuichen. Hoezeer ik zelf ook een voorstander ben van de ofiiciersopleiding, minstens gedeeltelijk in Europa, kan ik het in het kader van de Regeering- plannen billijken, indien zij de opleiding op rijkskosten uitsluitend in Indië willen doen plaats hebben en behoeft daartegen voor de practijk geen bezwaar te bestaan. Nu komen de voorstellen der Regeering op het volgende neer: Het staande leger, zij het slechts van een sterkte als ongeveer de helft van die van het huidige leger, zal behouden blijvenvolkomen begrijpelijk. Dat leger houdt zijn eigen korps beroepsofficieren in Nederland opgeleid. Daarnaast zal het militieleger ook een korps beroepsofficieren krijgen, in Indië gevormd. Een en ander afge scheiden van reserve-officieren en militieofficieren. De beroepsofficieren van beide legeronderdeelen zullen in rang gelijk staan, dezelfde uniform dragen en alle rangen zullen voor hen bereikbaar zijn. Die van het dienstplichtleger zullen echter (1) Tijdens mijn dienst in den troep gebeurde het, dat een Inlandsch gegradueerde, na ruim 8 maanden burger te zijn geweest, weer in de gelederen kwam. Hij was veel, zeer veel vergeten. 221

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 235