De toeloop naar deze inrichtingen zal moeten worden bevorderd, niet door verlaging van de eischen of transigeeren met de opleiding, maar door het aanlokkelijk maken van de toekomstige positie, waar bij de kans op bevordering een groote rol zal spelen. Door, naar verhouding, een groote aantal onderluitenantsplaatsen te scheppen, wordt die promotie evenzeer bevorderd, als door het feit, dat in het grootere leger bij een meer oordeelkundige verhouding dan thans tusschen hoogere en lagere rangen de bevordering vanzelf vlugger en regelmatiger zal gaan. Het percentage verlofsofficieren kan op deze wijze tot 50 worden opgevoerd, waartegen, met behoud van een inferieure opleiding der beroepsofficieren, naar mijne meening ernstige bezwaren zouden bestaan. Dat alles zal ik ontveins het mij geenszins veel geld kosten. Maar dat kan niet anders. Groote kapitalen maken, relatief, steeds grootere winsten dan kleine. Het hoogere uitgegeven bedrag zal in den vorm van grootere gevechtswaarde zijn grootere rente zeker opbrengen. In alle landen is de levensstandaard aanzienlijk gestegen. Door het zich baanbreken van de socialistische theorieën en de snelle opkomst van den arbeidsstand met hoogere loonen en minder werkuren, door het vernielen van zooveel maatschappelijk kapitaal, is alles duurder geworden en zal het voorioopig duurder blijven, omdat de productie zooveel moeilijker is geworden. Alle inkomens zullen dus naar rato moeten stijgen, ook die, welke de Staat aan zijn ambtenaren toekent. Nederland heeft dat reeds ondervon den en bet voorbeeld gegeven door herziening van de militaire tracte- menten. Wij zullen hier moeten volgen, daar schijnt geen ontko men aan. En aangezien de inheemsche bevolking eveneens hooger op wil, zal zij zich zeker niet met minder tevreden stellen. Waar echter tegenover hoogere loonen ook hoogere belastingen staan en zij, die vaste inkomens genieten, nooit eenige ontduiking dezer belas tingen kunnen plegen, is er, dunkt ons, niet zooveel bezwaar tegen, de Staatsinkomens te verhoogen. Echter, gelijk gezegd, de quaestie van vraag en aanbod beheerscht alles en de Regeering zal, ook ten aanzien van de militairen, met die vraag rekening moeten houden. Gevaar, dat bij alle andere takken van dienst de in Indië aan geworven ambtenaren gelijkstelling in betaling met de in Europa gevormde en aldaar aangenomen collega 's zullen eischen, behoeft niet te bestaan, tenzijde gestelde eischen van ont- 228

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 242