Daar dit eiland toen nog niet zoo in cultuur was, als thans het geval is, zal het benoodigde gras in die dagen wel heel wat ge makkelijker verkrijgbaar zijn geweest dan tegenwoordig en de le vering van de geringe hoeveelheid padi ook wel geen bezwaren hebben medegebracht. Niettemin waren de prijzen dier voedermiddelen niet veel lager dan enkele jaren geleden. Volgens een rapport van Scharlée en Moens(') was de gemiddelde aanbestedingsprijs in de jaren I860 f/m 1864 voor gras 1.10 en voor gaba 7.— per 100 K.G. (Blijkbaar werd reeds toen hier en daar gaba in plaats van padi verstrekt.) In welk jaar de padi volledig door gaba werd vervangen, is mij niet bekend. Het gebruik van eerstgenoemd voedermiddel, dat 24 uren van te voren werd geweekt, vond in 1864 reeds heel wat critiek, zooals Scharlée en Moens ons leeren. „Het kan niet anders", zeggen deze schrijvers, die er op wijzen, dat dit langdurg weeken bij een tropische temperatuur gisting en ontleding ten gevolge heeft, „of daarbij (bij de distributie) moest „telkens veel verloren gaan en dit bedraagt dan ook volgens offi cieren der cavalerie ongeveer »/5 van het geheele ration." Voorts vermelden zij nog de volgende bezwaren door den paar denarts de Vos reeds vroeger in een rapport te berde gebracht tegen de voedering van padi: 1. dat deze dikwijls niet goed gedroogd in de magazijnen wordt ontvangen en dan van af de plaatsen, waar de bossen zijn sa mengebonden, eene gisting ondergaat, die zich dikwijls aan den korrel mededeelt; 2. dat de goede of slechte kwaliteit der padi moeilijk geconstateerd kan worden, en 3. dat het voederen met padi omslachtig en tijdroovend is. Dit laatste blijkbaar in verband met de voorzorgen,'welke moesten worden getroffen om verlies van gabakorrels te voorkomen. Het is vermoedelijk naar aanleiding van deze bezwaren geweest, dat men tot de verstrekking van gaba in plaats van padi is overge gaan. In elk geval werd in 1887 blijkens een artikel van den paar denarts Mars gaba gevoerd. Ook deze deskundige, hoewel in (1) A. Scharlée en J. C. Bernelot Moens. Scheikundig onderzoek van grassoorten, graan-en peulvruchten in betrekking tot hare aanwen ding als paardenvoedsel in Indië. Geneeskunding tijdschrift voor Neder- landsch-Indië, deel XI, 1864. (2) De voeding en voedsels van het paard in Nederlandsch-Indië, Vee- artsenijkundige Bladen, deel I. 234

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 248