vloedig beschikbaar is, zoodat eene vermeerdering van het rantsoen
gras voor onze legerpaarden - voorloopig althans op geen andere
dan misschien financiëele bezwaren zal stuiten.
Terecht heeft het legerbestuur dan ook voor de legerpaarden van
4 voet en hooger het dag rantsoen gras met 5 K. G. vermeerderd
en dat van de kleinere paarden met K. G., tegen inhouding
van repectievelijk 1 en Yi K. G. gaba. Deze verhoogde rantsoenen
gras zullen blijkens de ondervinding opgedaan bij de verstrekking
van extra-gras aan paarden ongetwijfeld zonder bezwaar worden
gegeten. Bovendien mag op grond van het feit, dat de hoeveelheid
gras voor de Sandelhouts vroeger 32 K. G. per dag bedroeg, worden
verwacht, dat onze Australiërs weg zullen weten met een rantsoen
van slechts 3 K.G. meer.
Mocht inderdaad hier en daar blijken, dat daarvan eene ongewoon
groote hoeveelheid blijft liggen, dan zijn er voor mij maar twee
mogelijkheden. En wel deze. Blijven de paarden niettemin goed
in conditie, dan hebben wij met zeer voedzaam gras te doen. Immers,
het is bekend, dat men b.v. van het voedzame berggras glinting
miet dezelfde hoeveelheden kan doen eten als van gewoon gemengd-
snij gras. Blijven de dieren nist in conditie, hebben ze dus aan
hun rantsoen gaba - dat voor een Australiër nog altijd 4 K.G. be
draagt en zooveel gras, als ze lusten, niet genoeg, dan is dat
gras zeer slecht en dit dus de reden, waarom het niet wordt gegeten
of er schort wat aan de „horsemanship" bij het korps, al is het
zeer wel mogelijk, dat .zulks niet kan worden aangetoond.
De rantsoenen gras nog hooger op te voeren dan reeds is ge
schied, wordt niet wenschelijk geacht. In de eerste plaats niet, omdat
het dan wat al te volumineus zou worden, en in de,tweede plaats
niet, omdat de grasvoorziening alsdan misschien bezwaren zou ople
veren; voornamelijk daar, waar in gewone tijden geen aannemer
is en de paarden van gouvernementsgraslanden worden gevoederd.
De verhouding, waarin gaba door gras werd vervangen (1 te
gen 5) is de steeds gebruikelijke en berust op vroegere berekenin
gen en ervaringen. Het is echter zeer wel mogelijk, dat die bere
keningen moeten worden herzien. Onze gegevens te dien aanzien
waarover nader zijn echter nog te weinig positief om tot het voor
stellen van een andere verhouding te mogen overgaan.
Na het vorenstaande zal het wel geen nader betoog behoeven,
dat men voor eene verdere vervanging van gaba zijn toevlucht zal
moeten nemen tot graansoorten, afvalproducten daarvan (zemelen)
237