zou werken, evenals vroeger ook onder het publiek alhier de al- gemeene opinie was omtrent de gaba voor de Sandelhouts. De Fransche regeering heeft in verband daarmede indertijd zelfs op zettelijk proeven genomen bij het leger in Afrika en daarbij is ge bleken, dat men haver in warme landen aan paarden even goed kan geven als in Europa. Gerst, -r- Deze graansoort, welke men wel „de haver der heete landen" noemt, wordt in subtropische streken allerwegen aan paarden gegeven, o.a. bij het Fransch-Afrikaansche leger, door de Arabieren en aan de Japansche militaire paarden. In Zuid-Europa beperkt men zich echter over geheel genomen tot eene vervanging van 1/3 tot 1/2 gedeelte van het rantsoen haver. Het voornaamste bezwaar is de hardheid van het omhulsel van dezen graankorrel. Met het oog hierop verstrekt men het meestal gebroken, gekneusd, geweekt of wel met haksel. De Arabieren geven echter de gerst zonder eenige toebereiding, wat wel verband zal houden met het feit, dat hun paarden aan dit harde voedsel gewend zijn. Daar onze legerpaarden gewoon zijn een even hard graanvoer (gaba) te kauwen, wil het mij voorkomen, dat het ook hier ontoebereid zou kunnen worden verstrekt. De voedings waarde is iets hooger dan die van gaba, zoodat men den paarden niet te kort zal doen, als men het ter vervanging van gelijke hoe veelheden daarvan verstrekt. Misschien leert de ondervinding, dat men met iets minder kan-volstaan. De voorzichtigheid gebiedt aanvankelijk niet meer dan 1/3 a Yl van de gaba te vervangen, zooals men in Europa ten aanzien van het rantsoen haver doet. Mais. Is een zeer goed voedermiddel voor paarden, met een hoogere voedingswaarde dan haver. In verband hiermede kan 1 K. G. van dit koren gelijkgesteld worden met 1H K. G. gaba. Vanouds is het steeds zeer gewaardeerd in de rantsoenen van zeer zwaar werkende paarden, zooals die van omnibusmaatschappijen in de groote steden van Europa, vooral in Weenen. Daar het de re putatie heeft de paarden eenigszins loom te maken, is het minder gehikt als eenig krachtvoer en heeft men het tot voor korten tijd betrekkelijk weinig aan legerpaarden gegeven. Eenige jaren geleden heeft men evenwel in Amerika bij enkele veldbatterijen proeven genomen van langer dan 100 dagen en daarbij hoeveelheden toegediend van tot 4 K. G. per dag in combinatie met haver en steppenhooi. Hierbij bleken de paarden zich uitstekend te houden en was geen sprake van vet of loom worden der dieren. 242

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 256