toestel met den kop naar beneden gezet, zeer goed wetende, wat
daarvan het gevolg zou zijn.
Wat betreft het ongeluk van wijlen Kapitein van Bever
voorde, kan men zich alleen afvragen, hoe het mogelijk was, dat een
zoo uitstekend vliegenier met veel practijk bij goed vliegweer in
een dergelijke zware side-slip kon komen. Maar eenmaal op een
geringe hoogte van 40 M. in een zware side-slip gekomen zijnde,
zal T. wel weten, dat het onmogelijk is daaruit te komen, omdat
de beschikbare hoogte te gering is.
Waar bij de Vliegafdeeling meerdere malen de side-slip echter
op voldoende hoogte beoefend is geworden, ook meerdere malen
de vliegeniers noodzakelijkerwijs zich hebben moeten redden uit
een plotselinge side-slip, kan wel worden aangenomen, dat de ge
oefende vliegeniers zeer goed weten en wel p r a c t i s c h, wat zij
in dergelijke gevallen moeten doen en hetgeen deze toestellen
doen, want niet elk toestel reageert op dezelfde wijze.
Tenslotte wil ik aanteekenen in verband met de slotzin „dan
kunnen dergel ij ke catastrofes in de toekomst ver
meden worde n", dat de heer T., alvorens dit neer te schrijven wel
eens een nadere studie had mogen maken van de ongelukken bij het
vliegen in den laatsten tijd. Bestudeert men deze, dan komt men
tot de slotsom, dat voorloopig het vliegen nog een zeker niet te
vermijden risico medebrengt en dat er nog heel wat andere fac
toren zijn, die daartoe aanleiding zijn dan het door hem zoo ge
vaarlijk geachte duiken, nog aannemende dat dit zoo gevaarlijk is.
Naar aanleiding van de uitlatingen van den Heer Pabst in den
Volksraad, waarin de Vliegafdeeling wordt aangevallen inzake het
nieuwe vliegkamp, inzake de benoeming van een luchtvaartkundig
ingenieur en in zake de benoeming van den werktuigkundige tot chef
instructeur, komt het mij noodzakelijk voor een duidelijke uiteenzet
ting van den gang van zaken bij de Vliegafdeeling te geven, temeer
omdat dit Volksraadlid in verband met zijne positie en standplaats
door velen als terzake goed ingelicht zal worden beschouwd.
Allereerst het nieuwe vliegkamp.
Voor een goed begrip is het noodzakelijk den gang van zaken
bij de vliegafdeeling van het begin te volgen.
In 1913 werden in Holland voor Indië aangekocht een drietal
vliegtoestellen en wel landtoestellen, waarvan een met een tweetal
vliegeniers naar Indië werden gezonden. Daarmede werd echter niet
gevlogen, omdat de vliegéhiers het vliegen met landtoestellen ver-
248