Toen door mij medio 1917 het commando van de Vliegafdeeling werd overgenomen, was bereids door Kapitein van Bevervoorde en den Heer HlLGERS ten duidelijkste aangetoond, dat noch het vliegen over land in de Hoogvlakten, noch dat in de Laagvlakten bijzonder groote moeilijkheden met zich brachten, terwijl de Lui tenant ter Poorten te Priok had aangetoond, dat de aangekochte toestellen ook als watervliegtuig goed voldeden. Het gevolg van deze proefnemingen was echter, dat nergens een goed vliegkamp beschikbaar was en het zoo kostbare materieel öf was ondergebracht in tijdelijke hangars öf was opgelegd in verschil lende magazijnen, terwijl door de verdeeling over drie vliegkampen bij weinig beschikbaar toezichthebbend personeel het ondergeschikte personeel niet voldoende onder toezicht stond en het absoluut onmogelijk was aan eenige opleiding te denken. Dientengevolge werd als eerste eisch gesteld concentratie van het personeel en materieel in een vliegkamp. Thans was de groote moeilijkheid gekomen te beslissen, waar dit vliegkamp zou moeten komen. Ik kan de verzekering geven, dat bij de keuze van het vliegkamp te Soekamiskin is overwogen, dat dit vliegterrein zeker niet zoo goed als leerterrein zou voldoen als dat te Kalidjati, omdat het als algemeen feit bekend staat in het vliegwezen, dat de beweeglijkheid der lucht op de Hoog vlakten grooter is dan in de Laagvlakten en zelfs zoo dit nog niet bekend zou zijn geweest, dit feit zich duidelijk gedemonstreerd had te Rantja Ekek. Het is mij zelfs mogelijk de twee voornaamste redenen daarvoor op te geven. Deze zijn: le. dat de wind over de uitloopers van de bergruggen strijkt en daardoor de luchtstroomingen onregelmatig worden, 2. dat de temperatuursafname met de hoogte op de hoogvlakte grooter is dan op de laagvlakten, hetgeen van nadeeligen in vloed is op de stabiliteit van de lucht, (zie hierover Linke, Aeronautische Meteorologie.). Bij het vliegen te Rantja-Ekek liet deze invloed zich wel, maar niet zoodanig gelden, dat van het vliegen op de hoogvlakte moest worden afgezien. Het viel enorm mede. Echter was de nadeelige invloed van de uitloopers te R. E. niet zeer groot, doordat het tijdelijke vliegkamp midden op de hoogvlakte was gelegen, maar waar dit gedeelte van de hoogvlakte in den natten tijd niet te gebruiken is, moest voor een permanent vliegkamp naar hooger- gelegen terreinen worden gezocht, die uiteraard meer in de nabij- 250

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 264