heid van de uitloopers lagen Na vele besprekingen met wijlen
Kapitein J. Engelbert van Bevervoorde werd het terrein te Soeka-
miskin gekozen als het beste op de Preanger Hoogvlakte en wer
den de grootere nadeelen van de ligging in de nabijheid van de
uitloopers aanvaard, omdat het vliegen te R. E. zoo was medege-
vallen.
De nadeelen waren dus wel bekend.
Daartegenover stond, dat het vliegkamp te Kalidjati uit een
vliegtechnisch oogpunt zeer gunstig gelegen is, n.l. voldoende ver
van de bergen en de kust om geen last te hebben van berg-, land
en zeewinden, maar door de afgelegen ligging en de zeer slechte
transportgelegenheid de exploitatiekosten van een groot kamp aldaar
buitengewoon hoog zouden zijn, terwijl de ligging ver van de spoor
wegen en op groote afstanden van plaatsen met een modern hospitaal
ongunstig is ingeval van ongelukken. Bovendien kon er niet aan
gedacht worden aldaar een centraal vliegkamp op te richten, om
dat daarbij behooren de centrale werkplaatsen en deze uiteraard
binnen de Preanger stellingen moeten zijn gelegen. Het Legerbestuur
stond toentertijd dus voor de keuze, èf een nieuw vliegkamp in de
laagvlakte gelegen op te richten met de werkplaatsen te Bandoeng,
een en ander met de zekerheid later toch te moeten overgaan tot
de oprichting van een vliegkamp op de Preanger Hoogvlakte, of dade
lijk te beginnen met het centrale vliegkamp aldaar (hetgeen in al
le gevalle moest komen; met de werkplaatsen in de onmiddellijke
nabijheid daarvan. Het opnieuw zoeken naar een ander vliegterrein
in de laagvlakten zou wederom zeer veel tijd in beslag genomen
hebben, terwijl in verband met de opleiding van het personeel, het
onderdak brengen dezer menschen en de goede opberging van het'ma-
terieel een zeer spoedige oplossing noodzakelijk was.
Dientengevolge werd besloten allereerst het centrale vliegkamp
met de werkplaatsen te Soekamiskin op te richten, om ingeval de
atmosferische toestanden gunstig werden geoordeeld ook aldaar de
vliegschool te vestigen. Zekerheidshalve werden echter, daar de
te Kalidjati opgerichte ijzeren hangars noodig waren voor Soeka
miskin, op eerstgenoemde plaats twee bamboe hangars opgericht.
De bedoeling hiervan was, zoolang nog niet de noodige onder
vinding te Soekamiskin was opgedaan, Kalidjati voor de vliegschool
te behouden.
De tijdelijke ontruiming van Kalidjati houdt verband met het
volslagen gebrek aan leertoestellen, het dientengevolge niet aannemen
van nieuwe leeilingen en de tijdelijke opheffing van de vliegschool.
251