uit de Practijk Wenken, Dragen en anhroorden op gebied nan militair strafrecht. Voor hen, die belangstellen in de waarde van psychologie, spe ciaal voor die lezers, die in bepaalde gevallen geroepen zijn straffen op te leggen, hetzij dan als disciplinair rechter, hetzij als lid van een krijgsraad, vestig ik de aandacht op een artikel, dat in het extra nummer „Onze Weermacht" van de(n) Groene(n) „Amsterdam mer" vescheen van de hand van den Kapitein der Grenadiers H. C. Rouffaer. Schrijver, van wien reeds meerdere artikelen op militair-psycho logisch gebied in „De(n) Mil. Spectator" het licht zagen, klaagt over het ontbreken in het Nederlandsche Leger van een afdeeling, waarin de zoogenaamde „lastigen" psychisch onderkend zouden kunnen worden. „Hoe eerder", aldus de Heer Rouffaer, „dat lastigen uit de compag nie verwijderd worden, hoe beter voor het moreel der compagnie. Nu kan men van den opvoeder niet eischen op de hoogte te zijn van zielsziekten; maar wel, dat hij door studie van de karakter psychologie zich een beeld kan vormen van den normalen mensch. Wijkt het individu geestelijk te veel van dat type af, dan is hij dus abnormaal en behoort niet thuis in een compagnie van normale menschen. Nu bestaat er in ons leger geen afdeeling of inrichting om deze individuen psychisch te onderkennen. Zijn ze bepaald ziels ziek en worden ze als zoodanig herkend, hetgeen niet altijd geschiedt, dan kunnen ze voorgedragen worden tot afkeuring. De lastigen blijven bij den troep en oefenen hun slechten invloed uit op de half wil- loozen tot schade van het moreel der compagnie, totdat ze, nadat alle tuchtmiddelen op hen beproefd zijn, eindelijk geplaatst worden in de tuchtklasse Deze tuchtklasse is uit een opvoedkundig oog punt beschouwd een onwetenschappelijke primitieve inrichting, waar in alle individuen met de meest heterogene karaktereigenschappen volgens hetzelfde empirische recept behandeld, of beter gezegd, niet behandeld worden. Na een verblijf van circa 3 maanden komen deze individuen als verbeterd bij den troep terug". Voor de lastigen vraagt Schrijver een otservatieafdeeling, waarin zou kunnen worden uitgemaakt door een militair psychiater, welke maatregelen met hen te nemen zouden zijn. Verder sprekend over de waarde van het Leger als opvoedingsinsti tuut, geeft de Heer Rouffaer de voorkeur aan een individueel-psy- chologische behandeling boven een massa-psychologisch systeem en stelt nogmaals de tegenstellingorde gebaseerd op vertrouwen 261

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 275