breedte ('j (natuurlijkin meerdere échelons), zoodat de Duitschers aan vankelijk tegenover een twee- tot drievoudige overmacht aan artil lerie stonden. Thans was de artilleriemacht aan weerszijden onge veer gelijk; er stonden in October en November 1916 gemiddeld 1C00 vuurmonden op 10 K. M. frontbreedte. Dat door de aanvallers op een veel meer schitterend, plotseling en beslissend succes gerekend was, dan behaald werd, bewijst wel het feit, dat sedert het begin van het offensief zes Fransche cavalerie-divisiën gereed werden gehouden, blijkbaar om achter de infanterie, van wie doorbreking van het Duitsche front verwacht werd, aan te jagen, de vluchtende Duitschers in verwarring te brengen en de nederlaag te voltooien, zoowel door het achtervolgen recht vooruit, als door het attaqueeren op flanken en rug van de bezettingen, grenzende aan het doorgebroken deel. Den 5den November zaten wij aan de lunch bij den „Armee-Ober- befehlshaber" von Below, toen er er was dien dag na eenige dagen van (altijd zeer betrekkelijke) kalmte, weer een hevig gevecht ontbrand bericht binnenkwam, dat Fransche cavalerie in groote drommen oprukte ^van Combles in de richting van Marval en dat deze afdeelingen door Duitsche artillerie onder vuur werden ge nomen. (1) Ik stel mij er een bijzonder genoegen van voor, de kaarten, die ik van den Somme-slag heb medegebracht, na mijn terugkeer in Indië aan de kameraden te vertoonen. Er is een stuk bij van een stafkaart, waarop de eigen en vijandelijke stellingen (uit een iets vroegere periode natuurlijk, de jongste worden uit den aard der zaak niet afgegeven) in algemeene beloop en eenige détails zijn aangegeven. De andere is een kaart op 1: 25.000 voor het gebruik in de voorste loopgraven. Hierop staat de eigen stelling slechts met een enkele, onnauwkeurige lijn aangegeven, de vijan delijke echter, bekend uit vliegerverkenningen, in al hun détails. Het gekrieuwel van roode lijnen en lijntjes, voorstellende loopgraven, colon newegen, batterijen enz., is zoo dicht, dat men bijna geen wit meer ziet. Deze kaart is verdeeld in vierkanten van i K. M. zijde; in één van die vierkanten telde ik 24 vijandelijke batterijen, in een ander 22. Er zijn er natuurlijk ook met een belangrijk kleiner aantal. De kaart was een geheime uitgave van enkele weken te voren; zóó spoedig wisselden de toestanden, dat zij mij reeds na dien korten tijd als souvenir kon worden meegegeven. Ik heb deze kaarten zonder eenige bezwaren mee uit Duitschland kunnen nemen; dit jaar waren de bepalingen zeer verscherpt: een bij den Chemin des Dames ontvangen stafkaart en een prachtkaart van het offensief in Gallicië, die ik te Berlijn gekregen had, mocht ik niet mee over de grenzen nemen; zij moesten tot mijn grooten spijt te Berlijn achterblijven. 281

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 305