De onderneming leek zóó roekeloos, dat het bericht, zooals het gemeld v/erd, ongeloofwaardig werd geacht. Generaal von Below en zijne officieren namen aan, dat het geen cavalerie, doch bespanningen van veldartillerie zouden zijn, die het vuur trotseerden om het geschut meer naar voren te brengen. Toch is later geble ken, dat hier wel degelijk Fransche cavalerie noodeloos den dood is ingejaagd, ingezet tegen krachtig bezette, niet geschokte stellingen, die verdedigd werden door superieure soldaten en gesteund door eene uiterst krachtige artillerie. Tot 12, tot 15 K.M.-achter het verdedigde front vond men tel kens nog loopgraven, deelen van stellingen, hindernissen; tot op dien afstand waren de dorpen ingericht als steunpunt voor geheel afzonderlijke verdediging Als de eene stelling genomen zou zijn, stond de aanvaller vóór een nieuwe, weer voor een nieuwe en telkens meer. Tientallen van dorpen en kleine steden zijn met den grond gelijkge maakt. Waar de Franschen en Engelschen dóórkomen, is een woestijn, daar staat bijna geen steen meer op den anderen. Ik zag Bapaume door mijn kijker: het was één groote, kale ruïne; een kerktorenen één fabrieksschoorsteen stonden nog overeind, de toren vooral reeds aan alle kanten getroffen. Nog één zware treffer zou hem misschien ook doen vallen, evenals de andere, bijzonder fraaie toren van Bapaume, die enkele dagen tevoren was ingestort. Ik zag vliegerfoto's van Combles en van geheele strooken van- het front, dat toen in Fransche of Engeische handen was gevallen. Combles was nog slechts één hoop puin. Iets wat op een huis geleek, was niet meer te zien, maar overal, waar maar een plaatsje was, de granaattrechters, groot en klein, eerst gevormd door de Fransche en Engeische granaten, nu door de Duitsche. Noord-Frankrijk is over een breedte van 10 tot 20 K. M„ waar door het gevechtsfront liep, een woestijn, niet slechts nu, maar voor tientallen van jaren. Een fijn netwerk van ioopgraven is op de stafkaarten aangebracht en geeft aan, waar de grond zoowel door vriend als vijand met houweel en schop is omgewoeld, zóó omgewoeld, dat bebouwing in de eerste jaren niet mogelijk zal blijken. En dat netwerk strekt zich uit over kilometers na kilometers; bewoonde oorden, die er tusschen hebben gelegen, zijn tot pulver geschoten zooals Combles. Wij kwamen door eenige dorpen dicht achter het front, o. a. Bucquoy. In Juni 1916 woonden daar nog 1200 Franschen, in No vember d a.v. stond er geen huis meer, of het was aan alle kanten; 282

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 306