dat alleen aangewezen punten door de neutralen bezocht mochten
worden. Herhaaldelijk is, ook bij mijn volgende frontreizen, de
keuze gelaten in alles, wat ik wilde zien; er was geen sprake van
geheimzinnigheid of terughoudendheid, ook niet in de gesprekken
met de Duitsche officieren.
De batterijstelling, die wij bezochten, zou door een leek, die daar
voorbij kwam, niet zijn opgemerkt; voor vliegers leek mij het ont
dekken ervan, indien de stukken niet vuurden, dan ook geheel
uitgesloten. De batterij was geheel onder eene lichte verheffing
van den bodem in uitgravingen opgesteld, dan wel de opgeworpen
dekking vormde een kunstmatige terreingolving, die bedriegelijk
geleek op eene natuurlijke (zie fig. 1, 2 en 3).
De kanonnen, met de monding slechts even boven het maaiveld,
waren met tusschenruimten van 20 a 30 M opgesteld in
kamertjes, met hout beschoten, bovendekking mij onbekend. De
schietgaten werden afgesloten met kleppen van ijzergaas, bedekt
met takken en gras. Het schild was van voren versterkt met
houten platen van 10 cM. dikte, terwijl aan weerszijden van den
vuurmond tegen de zijwanden van het kamertje zware, opgeklampte,
scharnierende deuren waren aangebracht om de bediening tegen
eventueel door de schietgaten binnendringende kogels of scherven
verdere bescherming te verleenen. Op den bodem waren verdee
lingen aangebracht om een snelle voorloopige richting mogelijk te
maken. Achter deze opstelling van den vuurmond was een verblijf
voor de bediening met eenig meubilair; door een trapje van enkele
treden kwam men daarna in een eveneens geheel beschoten en
bevloerde gang, die de vier emplacementen verbond. Tusscheri de
beide sectiën was een van boven open dwarsgang om het voor
terrein en de lucht te kunnen waarnemen. „Tusschen de stukken
eener sectie waren, de schuilplaatsen, diep onder den grond, om in ge
val van beschieting of vliegerbombardement het personeel op te nemen,
indien de batterij zelve niet vuurt, terwijl er ten slotte nog een maga
zijn tje en een kamertje voor den telefonist was. Officieren zagen wij
niet in deze batterijstelling, de batterijcommandant zat ergens vooruit
in zijn waarnemingspost en werd in zijn dienst bijgestaan en afge
lost door de sectiecommandanten, die in de batterijstelling zelve
blijkbaar onnoodig waren; daar was op het oogenblik van ons
bezoek een onderofficier, commandant van een der stukken, de
hoogst aanwezige.
De zware artillerie was, zoo werd mij medegedeeld, op volkomen
overeenkomstige wijze opgesteld. Open batterijstellingen bestonden
284