Dit is derhalve een gedeelte van het vuur, dat op het terrein achter de gevechtslinie wordt afgegeven. Het geheele geschutvuur aan de Somine was een zonder eenig voorbehoud onafgebroken kanongebulder, geen onderdeel van een seconde was er, of het dreunde als een zwaar onweer voc it; dat ging maanden na maanden zoo. Een ander gedeelte van het onveiligmakend vuur, dat op het terrein achter de gevechtslinie werd afgegeven, maakte een eigenaar- digen indruk op mij, eerstens, omdat het hier en daar wordt afge geven met één enkel G. K. schot, ten tweede, omdat het elders dikwijls gevolg van foutieve vliegerberichten in vrij sterke mate wordt afgegeven op terreinvoorwerpen, die geen bezetting hebben. Zoo zag ik een dorp (Aizecourt-le-Haut) en een bosch ten Z. daarvan hevig beschoten worden, welke, volgens den daar be velvoerenden Duitschen commandant geen van beide ook maar één Duitscher herbergden of ooit geherbergd hadden. De Franschen en Engelschen konden zich eene dergelijke verkwis ting van munitie veroorloven, hunne artillerie schoot, zonder dat zij zich om de aanvulling behoefde te^bekommeren De Duitsche artillerie, aangewezen op aanmaak in eigen land alleen, moet met de munitie wel iets spaarzamer omgaan, maar heeft toch ruim voldoende voor eik gevechtsdoel, dat haar gesteld wordt, ook voor de zware, zwaarste en allerzwaarste (42 c. M.) artillerie. Het gedreun van het 42 c. M.- geschut konden wij aan het Sommefront, waar het toen schoot op de laatste resten van Combles, duidelijk herkennen aan het zeer diepe en zware gedonder, ook aan het heftiger rinkelen der ruiten in de verblijven der staven, waar wij ons soms ophielden. Het zal wel onnoodig zijn, het sprookje te weerleggen van de enorm talrijke bediening van zoo'n vuurmond. Volgens door mij gaarne ge loofde inlichtingen, waarvan ik bij mijn tweede reis de onweerlegbare bevestiging kreeg, bestaat de bediening van een stuk van 42 c.M. uit niet meer dan zes man. Het blijft overigens wel zeer geheim materieelook Duitsche officieren worden er niet bij toegelaten, wanneer zij er niet bepaald mee te maken hebben. De verbruiksvoorraad voor het artilleriegevecht is enormvoor trommelvuur zou een aantai van 1000 schoten per dag en per vuur mond nooaig zijn. (1) Zonder daaruit eene al te gewaagde conclusie te trekken omtrent de qualiteit der door de Engelschen en Franschen verschoten munitie, moge toch niet onvermeld blijven, dat van een twaalftal granaten, die, toen wij naar de batterijsteliing reden en daar waren, op het terrein vielen, waardoor wij ons bewogen, er twee „Blindganger" waren. 286

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 310