In een artikel in „De Militaire Spectator", 1910, biz. 7C9 e. v. wees de toenmalige luitenant der genie P. W. SCHARROO op de noodzakelijkheid bij mobilisatie over militaire spoorweg-exploitatie troepen te kunnen beschikken. In een artikel in de M. A. u. G '14 „Die Tatigkeit der Japani- schen Eisenbahntruppen im Kriege 1904/C5" maakt de schrijver de gevolgtrekking, dat zoowel bij den aanleg van de lijn Antung- Mukden als de herstelling van de lijn Dalny-Mukden de militaire arbeidskrachten veel beter hebben voldaan dan burgerwerk lieden. (Men zie verder de bespreking van dit artikel op blz. £12 I. M. T. '15, in 't bijzonder de slotopmerking betrelfende „onze spoorwegafdeeling"). De bekende Toepfer deelt omtrent deze aangelegenheid in een artikel in het K. Z. van 1910 („Die russischen ilüchtigen Felübafc- nen mit Pferdebetrieb auf dem Kriegsschauplatz im Jahre '04/ 05) mede, dat de in den aanvang van den lijnslag gehuurde Chineesche (Bldz- 397). „Den Schluszstein der Bedingungen für die militarische Leis- „tungsfahigkeit der Eisenbahiien im Kriege und zwar nicht nur deroccu- „pirten, sondern auch der eigenen, in besonderen Lagen, bddet eine mög- „lichstvollkommene una umfassende Organisation von Ejsenbahntruppen". Op b!z. 413 wijst hij er op, dat, wil men het grootst mogelijke rende ment van de banen trekken, het noodzakelijk is een stipte regelmaat in acht te nemen, die slechts verkregen kan worden, als de spoorweg troepen reeds in vredestijd georganiseerd en eenvormig opgeleid zijn. Op bldz. 554 bij de beschouwingen over het optreden van de spoor wegtroepen bij het Noorderleger in den Amerikaanschen burgeroorlog heet het verder: „Der Dienst im Feldeisenbahncorpsj wurde dadurch so gefahrlich, so „weit das Masz der Anspannung menschlicher Krafte übersteigernd, wel- „ches vernünftigerweise von Beambten gefordert werden kann, dasz trotz „Mc. Callum's musterhafter Dienstorganisation, Ueberwachung und Dis- „ciplin mehrmais die strengsten militarischen Masznahmen getroffen „werden muszten, urn ein plötzliches Nachlassen aller Tatigkeit zu ver- „hindern''. Stavenhagen deelt in zijn werk „Verkehrs-, Beobachtungs- und Nach- richtenmittel in militarischer Beleuchtung" mede de ervaringen in den oorlog van 1870/71 opgedaan met troepen, „die erst bei der Mobilmachung neugebiidet wurden" (bldz. 75): „Die gröszten Miszstande, mindestensSchwierigkeiten und „Reibungen verursachten die lockeren Disziplinarverhaltnisse der zusam- „mengewürfeiten, nicht gleichartig geschulten Beambten, sowohl unter „sich wie gegenüber den Militair-, besonders der Etappenbehörden". 299

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 327