Om het belang, dat wij bij een groot aantal technische spoorweg troepen hebben, duidelijk in 't licht te stellen, mogen'enkele zaken, die in 't bijzonder tot hun werkkring behooren, nader besproken worden. In de eerste plaats zal hun voor een groot deel de aan leg van z.g. veldbanen worden toegewezen. Dit zijn smalspoor- banen waarvan de vervoerscapaciteit het midden houdt tusschen die van normaalspoorwegen en z. g. draagbaar spoorwegmaterieel of werkspoor. (In N e d e r 1 a n d en ook in I n d i wordt draag baar spoorwegmaterieel gebruikt van het systeem Décauville; een beschrijving van een ander systeem komt voor op bldz. 348 l.M.T. 1900 I en K.Z. '01.) Deze „lichte spoorwegen", zooals ze in het W. J. '16 worden genoemd, kunnen daarom veel sneller worden aangelegd dan normaal spoor (aanleg aarden baan onnoodig); hieraan moet dan ook voor een deel de uitgebreide toepassing van veldbanen in oorlogstijd worden toegeschreven. Men leze hieromtrent W. J. '04/'05 blz. 328 e. v., idem '06/'07 blz. 318, idem 1909 blz. 340 e.v., idem 1910, blz. 336 en „Studiën iiber die heutigen Eisenbahnen im Kriegsfalle" von Miles Ferrarins blz. 25. Over den aanleg van veldbanen zegt Stavenhagen (blz. 32 en 77), dat het tot nu toe niet gelukt is meer dan 3 K. M. normaalspoor per dag aan te leggen, zooals Amerikaansche proeven op dit gebied, de herstelling van den Transkaspischen spoorweg alsmede oefeningen van de Duitsche spoorwegtroepen aangetoond hebben. Met dit tempo kan men een in beweging zijnd leger niet volgen, zoodat men daarbij als noodhulp wel tot den bouw van smalspoorbanen, waarvan 10 a 15 K. M. per dag aangelegd kan worden, moet overgaan. Deze passen zich tevens, in verband met de grooter toe te laten hellingen, gemakkelijker aan het terrein aan, zoodat ze naast hun beteekenisvolle waarde voor den stelling- en vestingoorlog, in het bijzonder aanwending zullen vinden bij den bewegingsoorlog „in ausgesogenen und kul- turarmen Landern mit meist schlechten Straszen und zu weitma- schigem Wegennetz". (Zie betreffende de snelheid van aanleg ook W. J. 1916). In Oostenrijk onderscheidt men (zie: „Eehelf zum Studium der Milifartechnink 1 Heft) a) Pferdefeldbahnen. De baanvakken kunnen door haken vlug gelascht worden; railhoogte 6.5 cM., gewicht 7 K.G./M. (figuren 1 van 50-75 cM. spoorbreedte (maximum toe te laten helling onge veer 118, wanneer de baan zorgvuldig is gelegd). 305

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 333