mechanische trekkracht alsdan het transport dikwijls zeer langen
tijd geen voortgang kan hebben; mogelijkheid om steiler hellingen
te nemen dan lokomotieven van gelijk vermogen.
Daartegenover staat, dat men veel conducteurs en remmers noodig
heeft. Mechanische trekkracht zal men daarom in het algemeen
toepassen op lijnen met weinig zware hellingen en indien de ex
ploitatie tot in kleinigheden geregeld kan worden. Ze leent zich
daarom in het bijzonder voor transporten in meer achterwaarts ge
legen streken, terwijl de dierlijke trekkracht gebezigd wordt bij de
lijnen in voorste linie. (R. d. G.' 09).
Verder heeft men bij paardentrekkracht een grooter profiel van
vrije ruimte noodig (hoefslag voor twee paarden, zie fig. 3.) en een
groote hoeveelheid paarden (voor 100 K.M. baan 6000 paarden).
Bij ons moet dus van het gebruik van paarden bij veldbanen, tenzij
het vervoer plaats heeft over korten afstand, worden afgezien.
De beoordeelaar van een artikel uit de Schweizerische Miiitare Blat
ter wil» de karbouw als trekkracht benutten. (1. M. T. Ausguslus
'15 blz. 3 5).
Bij de bespreking van een in Afrika gebouwden veldspoorweg
deelt Wernekke omtrent gebruik van paarden mede, dat zij
ondanks de zware hellingen 12 tot )7 maal zooveel vervoerden als
voor gewone wagens gespannen.
Dit aan het adres van de heeren, die in den laatsten tijd hun
gedachten over ons treinwezen en het daaraan gekoppelde paarden-
en grasvraagstuk hebben neergeschreven en n. m. m. aan het spoor
wegverkeer, met name dat over smalspoorbanen, niet die plaats in
den kring hunner beschouwingen hebben ingeruimd, waarop het
blijkens opgedane oorlogservaringen recht heeft.
Kolonel Schutstal van Woudenberg zegt letterlijk
„zullen we bij onze voorbereidingen voor de verpleging gedurende
den bewegingsoorlog van het veldleger slechts een ondergeschikte
plaats mogen toekennen aan de halp te verwachten van de spoor
wegen" (cursiveering van mij. v. W.). Hiertegen meen ik protest te
moeten aanteekeneneisch is echter een uitgebreide vredesvoorbe-
reiding, zooals nog nader zal worden aangetoond.
Op blz. 215 van Ma vors No. 5 1917 treffen we daaromtrent de
volgende passage aan, die duidelijk de noodzakelijkheid aantoont
van uitgebreide vredesvoorbereidingen voor den smalspoorbouw en.
het bedrijf over veldspoorwegen.
Vierteljahrshefte für Truppenführung und Heereskunde 1914 Heft 1..
307