In Rusland had men een „Offizierseisenbahnschule" met een cur susduur van twee jaren (M. A. u. G. 1914). Voor het kader wordt in voering van een handboekje gewenscht geacht, dus geen lijvig boek werk, vergezeld van een mogelijk nog omvangrijker atlas. Dergelijke „eenmansvrachten" worden in oorlogstijd natuurlijk thuis gelaten. Moge in het vorenstaande het groote belang, dat wij bij een flink aantal spoorwegtroepen zullen hebben, voldoende zijn toe gelicht, dan komt in de eerste plaats ter sprake de samenstelling van de op te richten afdeeling(en). In de meeste landen vormt de Compagnie de „werkeenheid". Dit vraagstuk zal echter nog nader in studie moeten worden genomen, in 't bijzonder aan de hand van de opgedane ervaringen uit den tegenwoordigen oor log, waarvan nog zoo weinig tot ons is doorgedrongen. Opname van pionier- en spoorwegcompagnieën in eenzelfde bataljon zal bij een belangrijke uitbreiding der verkeerstroepen niet meer moge lijk zijn. Voor de oefeningen zal over een licht geaccidenteerd terrein van b. v^ 2 K. M. lang en I K. M. breed moeten kunnen worden be schikt, waarop zoowel aanleg en vernieling van veld- als noimaal- spoor, alsmede het maken van rivierovergangen kan worden be oefend (Tot nu toe heeft onze spoorwegafdeeling een terrein van 2C0 bij 100 M. met de veldpioniers en de Depot-Compagnie van het Korps Genietroepen moeten deelen). Om den troep ver trouwd te maken met den aanleg van meer uitgebreide werken, die om de daaraan verbonden kosten niet op een oefenings terrein kunnen worden uitgevoerd, zal het aanbeveling verdienen de Officieren en minderen van tijd tot tijd bij den aanlegdienst der S S. werkzaam te stellen,"zooals reeds dikwijls heeft plaats gehad. Men beware echter uit een krijgstuchtelijk oogpunt het sectiever- band. Voorts zal 't aanbeveling verdienen, bij de groote manoeu vres en divisie-oefeningen ook spoorwegtroepen in te deelen en deze daadwerkelijk daaraan te doen deel nemen door aanleg van veldspoorbanen, aanbrengen van schijnladingen aan bruggen enz. In sommige rijken heeft men afzonderlijke oefeningsterreinen voor beide doeleinden. K. Z, 1900 Vollbahnübung der Eisenbahntruppen 1899 K. Z. '02 Feld- bahnübung der deutschen Eisenbahntruppen 1901, De bij het laatste artikel opgenomen foto's geven een zeer duidelijk beeld van het gebruikte materieel. Deze oefening heeft ruim 6 millioen mark gekost. (Vergelijk ons tarief 46c sub V). 312

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 340