i het overslaan van de laatste rust, indien deze H a M uur vóór het einde van den marsch zou vallen. Sommigen hebben de fatale gewoonte, dat laatste eindje er dan nog maar „eventjes bij te nemen". Gevolg: veel uitvallers of zieken. De symptomen, waaraan men kan zien, dat de troep last krijgt van de warmte, zijn: 1. verdwijnen van opgewekte stemmen, van praten en lachen; begin van mopperen. 2. voorovergebogen houding met in de schouders gezakt hoofd. 3. het telkens omhoog halen van den veldzak, om de ademhaling' te verruimen. 4. onzekere en slingerende gang, opgezet gelaat, enz. (zie blz. 34 Hyg. Wenken, laatste al.; aldaar leze men in plaats van „zon nesteek": warmteberoerte; Fr. coup de chaleur; D. Hitzschlag; zonnesteek ontstaat door de directe bestraling door de zon: Fr. coup de soleil, D. Sonnenstich, E. sunstroke;. De maatregelen ter voorkoming van de warmteziekte (en als ge volg warmteberoerte) zijn van algemeenen en van persoonlijken aard. A. Algemeene voorzorgsmaatregelen. 1. Vroeg vertrek, mits de slaap niet wordt verkort (volwassenen hebben lYi a 8 uur slaap noodig), zoodanig dat niet op het heetste gedeelte van den dag wordt gemarcheerd. 2. tijdig openen van de kleeding en van de gelederen; vergrooten van de afstanden in de colonne (tusschen de onderdeden mouwen opslaan (de mouwen der gr. jassen zijn onpractisch; ze behooren van onderen tot dr 15 c.M. opgeslagen te kunnen worden, alzoo met split en knoop); witte zakdoek of pisangblad in het hoofddeksel (onzichtbaar); nat maken van armen, han den, aangezicht, waar zulks mogelijk is; 3. gevulde veldflesch mede tijdige hervullingzuinigheid in gebruik niet te veel rooken; met gesloten mond loopen, indien men niet sprekende is; 4. niet rusten in holle wegen, bedompte passers, alar.g=a!ang enz. 5. stipt houden de voorgeschreven rusten en deze op drukkende dagen als 'n minimum te beschouwen. Vooral in de derde periode aandacht aan de rusten wijden. Liever rusttijden verlengen dan marschduur verkorten, ofschoon ook het laatste soms na steile hellingen, op slechte wegen, enz. aanbeveling kan verdienen. 6. toezicht bij de thee- ofwaterverdeeling, zoodat ieder het zijne krijgt. 325

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 354