2. Bij de compagnies- en bataljonsmarschen een lichtere bepakking of thuislaten van den veldzak toestaan aan degenen, die eenigen tijd in het hospitaal verpleegd worden, pas zware straffen te water en rijst hebben ondergaan enz. (deze laatsten natuurlijk alleen, indien duidelijk te zien is, dat de onvoldoende voeding voor hen fnuikend is geweest). 3. Strengere keuring bij reëngagementeriinvoering van gedeelte lijk pensioen. 4. Militairen, die pas van de buitenbezittingen komen, moeten: a. acclimatiseeren, b. geleidelijk op training worden gebracht. Dikwijls toch is de dienst in de bivaks der buitenbezittingen niet zoo vermoeiend, als onze brigade- of groote manoeuvres. Voor het behandelen van warmteberoerte, zie biz. 35 Hyg. Wenken. Het zien van een zoodanig ziektegeval heeft op de toeschouwers een zeer ontmoedigenden en deprimeerenden invloed. Men brenge den lijder dus zoo gauw mogelijk buiten het gezicht van den troep, om meerdere gevallen tegen te gaan. XV. Training. A Een troep moet het zoover brengen, dat bij elke temperatuur onder oorlogsnormale omstandigheden geen achterblijvers voorko men. Natuurlijk marcheerend met volledige bepakking. Aan het einde van den marsch moet nog een zeker quantum kracht tot het aan gaan van het gevecht of tot het verrichten van den veiligheids dienst aanwezig zijn. De troep moet alzoo gevechtsvaardig aan het doel worden gebracht, d.w.z. zoo sterk mogelijk en niet in een toestand van uitputting. Bij elke temperatuur! Strategische of Tactische omstandigheden kunnen immers juist op de warmste dagen het vroegtijdig afmar- cheeren onmogelijk maken. Met complete bepakking! Ook de Inlanders! In het algemeen kan men gerust van den stelregel uitgaanNiet de bepakking is te zwaar, maar de man is te zwak\ Ik heb het tot dusverre nimmer kunnen begrijpen, waarom voor de Inlanders het tweede paar schoenen uit de bepakking is vervallen. Eerstens is een man, die physiekniet in staat wordt geacht, het tweede paar schoenen (wegende gemiddeld 1.12 K. G.) bij zijn overige uitrusting te dragen, niet geschikt voor de oorlogstaak. Tweedens wordt de trein door de mede te' nemen gerequireerde voertuigen (noot 3, G. O. I. blz. 20) onnoodig ver lengd. Derdens heeft men die gerequireerde voertuigen dikwijls, en 328

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 356