de A. T. meestal niet bij de hand. Wel kan de C. C. op de ge
wone bagagekarren, tot het bat. behoorende (zelfderoot3),30K.G.
30
medevoeren, doch dit wordt dan slechts y-yy 27 paren. Weg
dus met noot 3!
B. Ik heb ze zien aankomen van de depots, mieserige stumpers
met onvoldoende ontwikkeld spierstelsel. Punt 3, 2e al., G. O. L
zegt: „Een krachtig physiek kan worden verkregen en onderhouden
door lichaamsoefeningen. Dat verk ijgen moet gaanindividueel on
der onmiddellijk toezicht van den onderwijzer, op jeugdigen leeftijd,
met algeheele inspanning van den leerling en toewijding van den
niet-wisselenden onderwijzer. Gaat zulks bij de veldbataijons? Na
tuurlijk niet! De degelijkste oefening in het verkrijgen van dat phy
siek kan alléén worden gehouden bij de depot's, bij niet te sterke
recrutencompagnieën en een 1 a l'/2 jarig verblijf.
De heer G. W. H. D. had (Juni No. I. M. T. 1917) volkomen ge
lijk, n'en déplaise het woord van protest van den Heer Scheffelaer.
Uit het artikel van G. W. H. D. was dan ook in geenen deele te
lezen, dat hij „allen, die met recruten iets uitstaande hebben, een
veeg uit de pan" had willen geven. Hij ware wel dwaas! Hij en
ik en vele anderen veroordeelen het systeem: het systeem van te
sterke recrutencompagnieën en te korten opleidingstijd; het systeem
van de vage bewoordingen van den eersten zin van punt 9, G.O.I.
het systeem (het wordt eentonig, steeds weer te zeggen) vangeld-
besparen en schrielheid van onze natie, in alles, wat het Leger
betreft.
Herinnere ik aan wat de Minister van Oorlog in ons parlement
zeide:
„Is de weermacht noodig en onmisbaar of niet?
„Acht men ze onnoodig, zoo dient een dergelijk kostbaar, onnut
„meubel ten spoedigste te worden afgeschaft en zullen we hebben
„af te wachten, wat andere mogendheden met ons doen en over
„ons beslissen.
„Maar acht men een nationale verdediging wél nuttig en onmis
baar, dan behoort zij goed te zijn en doeltreffend te worden in
gericht. Dan behoort men over het daaraan te besteden geld even-
„min te klagen, als over dat, benoodigd voor andere takken van
„openbaten dienst."
En zoolang de natie dat leger het noodige geld onthoudt, dient
het leger te roeien met de zwakke en korte riemen, die het heeft.
329