het slaan en blazen tijdens den marsch passen van de model-lengte maken. Het aantal malen, dat ik den tamboer of hoornblazer heb moeten opdrijven, om hem den afstand van 8 pas tot den guide te doen hernemen, is legio. Zulks zal ook wel anderer ondervinding zijn. Het grootste nadeel is dan, dat de colonne door zoo'n lanterfan- tenden t ommelslager in haren vlotten marsch gestuit wordt. E. Hieronder ten slotte nog iets omtrent de oefeningen in het gaan en loopen. Een stelselmatige lichaamsontwikkeling leidt tot lenigheid en tot versterking van de spieren. Voorai de kunstmatige passen hebben groote waarde voor de versterking van spieren, banden en gewrich ten. Ze vormen o. a. een uitstekend middel (vooral de in ons V. G. O. voorkomende teenengang) om platvoeten te verbeteren. Alle oefeningen in het gaan en loopen hebben een belangrijke versnelling van bloedsomloop en ademhaling tot gevolg. Dergelijke oefeningen, in vluggen gang uitgevoerd, (vooral na een looppas) dienen bij de recrutenoefeningen gevolgd te worden door passen in langzamen gang, die een kalmeerenden invloed hebben op adem haling en bloedsomloop. Ons R. 1.1, en V. G. O. zijn vrij karig in de gegevens en leerstof der hierbedoelde oefeningen, weshalve hieronder die stof wat uit voeriger is behandeld. (Men late den niet-Europeaan niet te spoedig schoenen dragen). a. 'Het gaan. 1. De teenengang. Doelversterking van spieren en banden der voetbogen. Hielen zoo hoog mogelijk heffen. Het geheele lichaam flink strekken. Armen natuurlijk zwaaien (niet overdreven dus). Paslengte 50 c.M. Het' gebogen voorwaarts gebrachte been wordt bij het neerzetten van de teenen gestrekt. Halt houden in 3 tellen: 1. het achterste been 50 c.M. voorbij het voorste brengen2. het andere been aan sluiten met geheven hiel; 3. beide hielen neerzetten. Opm.aanvankelijk zonder schoeisel. Tempo: Aanvankelijk 57, daarna 115 per minuut, ook met arm bewegingen later (als voorbereiding voor den snelloop) 130 a 140 per minuut. Foutende hielen worden niet voldoende geheven, de knieën zijn te stijf bij het voorwaarts brengen der beenen. 2. Teenengang achterwaarts. Overeenkomstig het bovenstaande. Lengte 30 c.M. 332

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 360