Iets oüer opheffing en ontspanning Dan den minderen militair. Er is een schrijven om beschouwingen en raad uitgegaan betreffen de opheffing, ontspanning en afleiding van den minderen militair. Hetgeen in dit schrijven gevraagd en gesteld wordt, geeft schrijver dezes aanleiding tot de volgende opmerkingen, die geenszins op volledigheid of volledige uitwerking aanspraak maken, doch die bij het overwegen van alle raad en alle beschouwingen misschien ook iets kunnen bijdragen tot het practiscn oplossen van het vraagstuk. In bovenbedoeld schrijven is sprake van de middelen om den minderen militair te verheffen en hem ontspanning, afleiding en bezigheid te bezorgen. Er dient daarbij echter dadelijk te worden gewezen op het feit, dat, indien men voortgaat om de inlandsche militairen te recruteeren uit de onderste lagen van de inlandsche samenleving, van eenige daadwerkelijke en algemeene opheffing weinig sprake kan zijn. Zoodra men echter, door het scheppen van oetere levensvoorwaarden en het minder nadrukkelijk ten achter stellen van den Inlandschen soldaat, meerdere selectie bij de bibitwinning kan toe passen, zal eerst een feitelijke opheffing kunnen overwogen worden. Bij alle opheffings- en ontspanningspogingen dient men voorts een voortdurend onderscheid te maken tusschen Europeanen, Amboinee- zen en Inlanders. Iedere landaard behoeft een afzonderlijke ophef fingsmethode en heeft een eigen opvatting van ontspanning en af leiding. De middelen zullen misschien in wezen dezelfde zijn, de uitvoering zal echter voor iedere categorie anders kunnen blijken. Wat de opheffing der Europeanen betreft, vermeen ik, dat - en zelfs meer dan een verbetering der korpsscholen de volgende maat regelen aanbeveling kunnen verdienen. 1. De Europeanen worden wederom in afzonderlijke compagnieën ingedeeld en gesteld onder het commando van officieren, die gewend zijn aan- en geschikt voor het omgaan met den Eujppeeschen fuselier, die op de hoogte zijn van zijn nooden en behoeften en die in hem belangstellen. Waar men, bij het vormen van militiecompagnieën, 337

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 365