Het tegenwoordige onderwijs aan de korpscholen is in het alge meen onvoldoende, beantwoordt niet aan de eischen en zeer zeker niet aan het doei, dat men zich heeft gesteld. 5. Wil men den Europeeschen fuselier door beter onderwijs ophef fen, dan dient men tegelijkertijd te zorgen, dat hij in het kampement een behoorlijke, gezellige en geschikte plaats vindt om het geleerde te verwerken en voor zich zelf te studeeren. Vrijwel de eenige plaat sen, welke hiervoor thans aangewezen zijn, blijven: de chambree, het dagverblijf en de cantine. Zij lijken mij geen van drieën aan het doel te beantwoorden Daarom zou het aanbeveling verdienen om in ieder kampement een gezellige en behoorlijk gemeubelde lees- en studie-kamer voor de Europeesche militairen in te richten 6 Naast het onderwijs behoort bij de opheffingpogingen voor den Europeeschen soldaat een ruimer plaats te worden gegeven aan de pogingen om hem ontspanning, en bezigheid te bezorgen. Dezerzijds wordt echter vermeend, dat „huisvlijt" bij deze pogingen geen plaats behoeft in te nemen. Men dient den Indischen, Euro peeschen soldaat niet te vergelijken met den Hollandschen milicien- van-oudere-lichting of landweerman, die zich ergens op een fort aan de waterlinie zit te vervelen. Dat men in Holland, door de verveling van een vierjarige mobilisatie van niet-beroepssoldaten tenslotte tot huisvlijt kwam, is te begrijpen voor den Indischen soldaat zal men echter vermoedelijk in een andere, minder „knut- selige" richting voldoende ontspanning en bezigheid kunnen vinden. 7. Dezerzijds wordt vermeend, dat een voorname reden voor lusteloosheid en weinige belangstelling moet gezocht worden in het bestaande oefeningsschema, dat ieder jaar op gansch gelijke wijze terugkeert en dat voor den reeds afgerichten beroepssoldaat, vooral indien hij reeds eenige jaren dienst heeft, niet-loonend en bovendien geest- en ambitiedoodend moet zijn. Indien men meerdere aandacht zou wijden aan twee zeer voorname factoren bij de opleiding van een Koloniale infanterie, nl. schieten en meerdaagsche oefeningen, zou men vermoedelijk tot andere en meer verheugende resultaten komen. 8. Omtrent het schieten gaf schrijver dezes zijn inzichten reeds ten beste in een artikel betreffende het V. S. I. Doch er is meer. Het tegenwoordige schijfschieten is een morgenoefening, die een maal in de week plaats heeft, waarbij nu eens deze en dan weer Is reeds in vele kampementen aanwezig. Red. 339

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 367