Mr. J. Meihuizen.
Het bovenstaande, lezer, zal Uw wrok tegen de verouderdheid
van onze militaire rechtspleging doen plaats maken voor een gevoel
van innige piëteit. Ik twijfel niet, of ge -zult met mij bewonderend
staren naar den eerbiedwaardigen ouderdom van dit gewrocht, en
wetend, hoe vele onzer wetten en instellingen Fransche import zijn,
gelukkig zijn in het besef, dat onze „stijl en praktijk" een beproefd
echt nationaal stuk werk is.
Een nationaal historisch monument.
Ter goede conserveering ervan ware een spoedige bijzetting in
een museum evenwel zeer gewenscht. Ik denk daarbij aan de ge
vangenpoort te 's Gravenhage, die meer merkwaardige overblijfselen
van strafrechtspleging uit „onzen bloeitijd" bergt. Waar Legerbestuur
noch Justitie tot heden slaagden in deze daad van piëteit, zou men de
tusschenkomst kunnen inroepen van den onder het Departement
van Onderwijs en Eeredienst ressorteerende Oudheidkundigen Dienst,
wier taak werd geregeld bij Gouvernements Besluit 14 Juni 1913
No 62 (Stbl. No. 407).
351