Men zal echter moeten bedenken, dat de motortractie, die thans wordt toegepast, absoluut onvoldoende is, aangezien het in den natten moesson vrijwel onmogelijk is de groote verharde wegen te verlaten om van overigens goede secundaire wegen gebruik te maken. Wil men dat Laatste alleen maar bereiken, dan zal men al gebruik moeten maken van caterpillars e. d., doch daarvoor zullen de brug gen in de wegen dan meestal weer een beletsel zijn. Alhoewel houwitserartillerie gemakkelijker stellingen vindt dan vlakbaanartillerie, is de zaak toch niet zoo eenvoudig, als men bij lezing van het artikel van den Kapitein Kiès zou kunnen vermoeden. Het zal zeer toevallig zijn, dat de tactische toestand juist eene opstelling rechtvaardigt ongeveer daar, waar de houwitserartillerie niet verder den marsch langs den grooten weg kan vervolgen. Dat zij uit een eenmaal ingenomen stelling veel langer aan het gevecht zal kunnen deelnemen dan de vlakbaanveldartillerie, is natuurlijk, doch dat sluit niet uit, dat de eerste stelling vooral ook uit een tactisch oogpunt, met zorg dient te worden uitgekozen. Met beperking van de opstelling tot vlak naast den grooten weg, beperkt men ook de opdrachten, die men aan die artillerie moet kunnen geven. Wil men dus met motortractie eenigszins onafhankelijk zijn van de groote verharde wegen, dan zou men over geheel andere motor trekkracht moeten beschikken dan men thans in het algemeen in Indië aantreft, men zou ze dus ook zelf moeten aanschaffen. Dat men met de bestaande motortractie niet kon volstaan, ziet ook de Kapitein Kiès in, hetgeen blijkt uit de indeeling van een afdeeling van 12 cM. Hw. getrokken door paardentractie in de hand van den A. B. (z.g. Korpsartillerie). Laten de wegen, c.q. het overige terrein buiten den voor motor- artillerie geschikten weg, paardentractie toe, dan zal daarvan ook als regel gebruik gemaakt dienen te worden. Dat de divisie daarvoor de hulp van de korpsartillerie met paar dentractie zou moeten ontvangen, en daarvoor niet gebruik kan ma ken, van haar eigen artillerie met motortractie, terwijl het gevaar niet is uitgesloten, dat laatstgenoemde artillerie dan in het geheel niet behoorlijk kan worden aangewend, is een niet te aanvaarden beginsel. Bovendien zal de A. B. tijdig van te voren moeten kunnen uitma ken, bij welke divisie zijn paardentractie-batterijen noodig zouden kunnen zijn. 35

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 37