Verder blijkt, dat op elke plaats op 21 Maart en 23 September de zon om 6 uur vm. op en om 6 uur nm. ondergaat. Ter bepaling van de plaats van zonsopkomst op andere data voor plaatsen van gegeven breedte ga men als volgt te werkOm in de gebruikelijke cosmografische terminologie te spreken, wordt gevraagd de amplitudo morge- wijdte] voor een bepaalde plaats, avond d.w.z. voor gegeven geogr. breedte, op een bepaalden datum, m. a. w. bij gegeven declinatie. Deze breedte zal steeds ten naaste bij bekend zijn; de declinatie is aan een tabel te ontleenen of ruw grafisch te bepalen [vg. de afzonderlijke figuur] Zij AOB een gedeelte van den grooten cirkel, waardoor we op den hemelbol den horizon kunnen voorstellen, waarin O het oostpunt is; COD een gedeelte van den aequator voor een plaats van zuidelijke breedte ge ogr. breedte.]. Zijn verder AC en DB bogen van declinatie cirkels, dan zien we, wan neer de zon noorderdeclina tie, bv. CA, of zuiderdeclinatie, bv. DB, heeft, dat op het oogenblik van zonsopkomst [invloed refractie buiten rekening ge laten], dus bij zonshoogte van 0°, de plaatsen van opkomst resp. A en B zullen zijn. In de driehoeken AOC en BOD hebben we dan AO of BO am plitudo, CA of DB declinatie [S]Z C of Z D 9G<?, Z AOC of Z BOD 90° verder is nog OC of OD het verschil tus- schen den uurhoek en een rechten hoek. We hebben dan sin A cos p en sin V tg t tg Door deze beide formules is het mogelijk de juiste waarde voor A en V te bepalen, m.a.w. de juiste plaats en het juiste tijdstip van zonsopkomst. Ons houdend aan de aangenomen breedte van 6°, is te stellen ong> 1 en tg ong. 0,1 of sin A sin S en sinV 1/10 tg Adus A en [benaderd] V 1/10 5. Met geringe onnauwkeurigheid gelden dus de volgende regels: De plaats van zonsopkomst is zooveel "00rdelljk als de declinatie - n00r^ zuidelijk van het oostpunt zuidelijk 1S' de zon komt zooveel maal 4 minuten [1 graad is immers 4 tijdminuten] 6 uur vm. op, als het tiende deel van de 2Uidel^e declinatie vóór na in graden bedraagt. noordelijke 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 388