Daarom moeten wij ons niet op het standpunt stellen, dat aan het goed begrip en het hygiënisch aanvoelen van den Inlander, althans van den Inlandschen soldaat, wordt overgelaten of hij al dan niet in onze, vooral preventieve richting wil medewerken. Er bestaat nu momenteel nog geen „vaccine" tegen de Spaansche ziekte. Dit zal echter \ermoedeiijk wel een quaestie van tijd zijn. Maar stel nu, dat een zoodanig voorbehoedmiddel werd gevonden, zou het legerbestuur zich dan tegenover deze ziekte, die in Indië aan ongeveer twee millioen menschen het leven heeft gekost, ook op het standpunt stellen de fuselier mag niet gedwongen wor den zich te laten vaccineeren Want dat is het standpunt, dat momenteel tegenover de mijnwormziekte, die voortdurend de gan- sche Inlandsche maatschappij aanvreet en haar werkkracht en voort- brengingsvermogen ernstig benadeelt, wordt aangenomen, zij 't dan ook waarschijnlijk, omdat bepaaldë regeeringsinzichien moeten gede monstreerd worden? Onze Inlandsche fuseliers en zelfs onze Europeesche fuseliers zijn nog niet zóó ver gevorderd op den weg van hygiëne en van de preventieve ziekenzorg, dat men hun geheel de zorg voor hun eigen gezondheid kan overlaten. Daarom moet in dit opzicht dwang blijven bestaan. Men dient in de eerste plaats geen lieden voor het leger aan te werven, die niet bij voorbaat verklaren zich, ook gedurende hun verder dienstverband, te onderwerpen aan alle gezondsheidsmaat- regelen en vaccinaties, welke bereids zijn voorgeschreven of nog voorgeschreven zullen worden. En aan hen, die onder de tegen woordige bepalingen zich aan geenerlei vaccinatie onderwerpen, weigere men een nieuw dienstverband. Wat wel mogelijk is op de ondernemingen der groote cultuur maatschappijen, sterker, wat wel mogelijk blijkt bij de kolonisatie- proeven in de Lampongsche districten (2), moet ook mogelijk zijn in ons leger. De gezondheid in dat leger moet en mag niet worden blootgesteld aan godsdienstige of andere dogma's van vaderland- sche zeloten, dan wel zwakzieligen en evenmin aan een in wezen verkeerde en daarom domme toepassing van den veel bejubelden, Hollandschen, individueelen vrijheidszin. En dit zal ook, vooral op de min of meer permanente posten en bezettingen der buitenbezittingen, gebleken zijnhoe dringend noo- dig een strenge doorvoering van toegepaste hygiëne in bivak's en benteng's is (badkamers, privaten keukenloods, afvoer van vuil en faecaliën, consequente bestrijding van muskieten, enz (1) Zou achter dit getal wellicht een? passen? Red. (2) Toepassen van sanitaire maa+regelen op nieuw uitkomende kolonis ten (vaccinatie tegen pokken, mijnwormkuur, onderzoek op buikziekte, malaria, bloedarmoede tuberculose, lepra, enz.). Dit alles, vóórdat de ko lonisten op het terrein worden toegelaten. 360

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 390