De Fransche krijgsgevangenen ik sprak hen te Laón erkenden eenstemmig de uitstekende behandeling door de Duitschers sedert het eerste oogenblik der gevangenneming, „lis ont été charmants", zei er een en de vele tientallen om hem heen stemden het volmon dig toe Slechts hadden zij twee bezwarenten eerste het eten (natuurlijkten tweede, dat zij te Laón, ondanks de daaromtrent gesloten overeenkomsten, op minder dan 30 K.M. achter de vuur linie waren. Zij lieten echter deze bedenking onmiddellijk vallen op mijne tegenwerping, dat te Laón de geheele burgerbevolking was achtergebleven en dat vrouwen en kinderen zich kalm op straat bewogen. Inderdaad had Laón zelf nog niet van het vuur te lijden gehad alleen in de buitenwijken zijn eenige vliegerbommen neerge komen. De indrukwekkende cathedraal was nog ongeschonden. Opzettelijk is er door de Duitschers geen observatiepost op gezet, zooals de Chef van den Staf van het betrokken legerkorps ons mededeelde, omdat zij zeer goed weten, dat de bevolking, nog ge heime betrekkingen met Frankrijk onderhoudt, en men de cathedraal sparen wil en kan, terwijl de rots, waarop Laón gebouwd is, voldoen de uitzicht biedt, ook zonder van de kerktorens gebruik te maken. Wat het eten der krijgsgevangenen betrof, Jk heb dit ook geproefd ■en zeer smakelijk bevonden. Ziehier eenige dagmenu's, die ik uit een keukenboek heb overgenomen, waarin dagelijks was aangetee- kend, wat aan de gevangenen verstrekt was: 5 Juli 1917: Morgens: Kaffee, Brot; Mittags: Dürrgemüse, Pöckel- fleisch; AbendsTee mit Zucker und 40 Gr. Schmalz- Ersatz. 6 Juli 1917: MorgensKaffee, Brot; Mittags: Graupen, Hammel- fleisch; Abends: Tee mit Zucker und 40 Gr. Marmelade. 7 Juli 1917: Morgens: Tee mit Zucker, Brot; Mittags: Dürrgemüse, Pöckelfleisch; Abends: Tee mit Zucker und 40 Gr. Marmelade. In scherpe tegenstelling met wat de Fransche krijgsgevangenen omtrent hunne behandeling meedeelden, stond wat wij vernamen van drie Duitsche soldaten, die den dag te voren te Laón waren aangekomen, dwars door de vijandelijke linies heen, ontsnapt uit Fransche krijgsgevangenschap. Zij waren ruim een half jaar te voren bij Verdun gevangen genomen en hadden de eerste acht dagen in een gevangenenkamp te Souilly doorgebracht onder den blooten hemel, zonder andere slaapgelegenheid dan den grond. Opgemerkt moge worden, dat deze drie soldaten eenvoudige boerenjongens waren, wien de eerlijkheid en het gebrek aan fantasie 377

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 409