dicht bij elkaar aan palen vastgemaakt, waardoor minder goed
dan bij de Nederlandsche affuitjes voor vliegerafweermitrailleurs
ongeveer verticaal schieten mogelijk wordt.
Aan het westfront vielen mij kuilen op, die niet van artilleriepro
jectielen afkomstig konden zijn en toch voor vliegerbomtrechters
al een zeer specialen vorm hadden. Zij waren wellicht 80 c.M. in
bodemdoorsneden en 50 cM. diep. Vermoedelijk waren zij ver
oorzaakt door Fransche vliegerbommen, die niet een eenvoudige
schokinrichting dragen, doch verbonden zijn aan een klein soort
mortiertje, dat bij het neerkomen op den grond of zelf ontploft öf
als mortier werkt. In het eerste geval wordt dus de naar beneden
gerichte massa maal snelheid van het projectiel gedeeltelijk tegen
gewerkt door de bovenwaarts gerichte ontploffing van het mortiertje,
waardoor een ondiepe kuil met vrij geringe bodemdoorsnede ont
staat; in het tweede geval tot op zekere (grootere) diepte in den bodem,
waarna de mortier, zonder zelf te ontploffen, als vuurmond werkt en
de eigenlijke bom omhoog slinger, die dan door een schok- of tijdbuis
boven den grond springt; het resultaat op den beganen grond is der
halve hierbij een afgeknot kegelvormig, bijna cylindervormig gat.
De beste afweer tegen vliegergevaar blijft nog altijd actief optreden
der eigen vliegers In luchtgevechten wordt verreweg het grootste
gedeelte door vliegers afgeschotenartillerie en mitrailleurs, op de
aarde opgesteld, dragen tot het bereikte succes slechts weinig bij.
De vech'vliegtuigen dienen tevens tot beveiliging der verkennende
vliegtuigen. Hierbij is de wijze van optreden de volgendede
verkenners vliegen ongeveer 5C0 M. vóór en onder de bewapende
vliegtuigen. Deze laatste vliegen in pijlformatie, doch zóó, dat ook
de achterzijde van de pijlspits gesloten is, om aanvallen, die slechts
van achter en boven succes beloven (vardaar ook de hiervoren
omschreven formatie der verkenners vóór en beneden de bescher
mers) te keer te kunnen gaan. Het normale aantal gevechts-
viiegtuigen bij zulk een escadrille is 6 of 8. Zie onderstaande fig.
o
Omtrent de vechtwijze der infanterie hoorde ik eene interessante
beschrijving van een compagniescommandant met veel ervaring uit
(1) Ik diende daarvan bij het D. v. K. eene korte beschrijving in, die,
naar ik meen, reeds haar weg naar Indië gevonden heeft.
183
A O O
O O
O O O O
O O