de paarden wordt ter vervanging van ligstroo, behalve van houtwol,
veel gebruik gemaakt van zaagsel of houtkrullen.
Utrecht, Jan. 1918.
H. Kerremans,
Majoor der Artillerie.
RUHLEBEN.
Ruhleben! Een naam, die geleidelijk in Nederland een vrij on-
gunstigen klank heeft gekregen. Het was nu wel niet direct een
rilling, die iemand overviel bij het -hooren van dien naam, maar
toch wel een onbehagelijk gevoel. Het kamp der geïnterneerde
Engelsche burgers was al meermalen het onderwerp voor kortere
of langere beschouwingen in onze pers geweest en wat daarvan
was blijven hangen, was, dat het vrijwel een oord van kleiner en
grooter verschrikkingen was, waar de burgers van den vijandelijken
staat slecht verpleegd, geplaagd en kortgehouden werden.
Van mijn laatste verblijf in Berlijn maakte ik gebruik eens te
vragen, een bezoek aan dat kamp te mogen brengen en mij met
eigen oogen en ooren te overtuigen van de werkelijke toestanden.
Het verzoek werd zonder de minste moeilijkheid toegestaan en,
begeleid door een Duitsch kapitein, die mij den weg zou wijzen,
begaf ik mij naar het raceterrein, waarop, zooals bekend is, het
kamp is opgeslagen en waarnaar het zijn naam heeft ontvangen.
In het kamp voegde zich de commandant, een majoor, bij ons,
die op de meest voorkomende en welwillende wijze alles vertoonde
en de noodige of gewenschte toelichtingen gaf bij het bezoek, dat
bijna drie uren duurde.
De rondgang begon met een tocht door een van de woonbarak
ken, die in kamertjes verdeeld zijn, elk bestemd voor 4 a 5 geïn
terneerden. Het zag er overal prettig en gezellig uit, versierd en
bewoonbaar gemaakt door die honderden kleinigheden, die geen of
weinig geld kosten en die het ware cachet aan een jongeluiskamer
geven: platen en prenten, dikwijls zonder lijst, kleine gebruiksvoor
werpen, hier en daar een bonte doek, een plankje met boeken,
enz. Al dadelijk werd mij gevraagd, of ik misschien ook eens met
de gevangenen wilde spreken, iets wat natuurlijk van den aanvang
388
B IJ L A Q E