was, voorbereidselen te treffen voor een bloemententoonstelling,
naar de bioscoop, de kerken en den schouwburg, alles misschien
een haartje primitief, maar dan ook alles eigen werk. We zagen
de lokalen, waar onderwijs gegeven wordt, van de eenvoudigste
vakken af tot universitaire college's toe. Wij kwamen door de
werkplaatsen, waar vaklieden werkten en dilettanten zich oefenden,
die het vaak reeds tot merkwaardige hoogte hadden gebracht, we
kwamen ook door een paar laboratoria, waar chemici en natuurkun
digen hun proeven deden, die al eenige malen tot niet onbelangrijke
uitvindingen hadden geleid. Wij bezochten ook een paar clubge
bouwtjes, die aan de leden een zeer gezellig zitje bieden, keurig
betimmerd en gemeubeld met soms zeer eenvoudige hulpmiddelen.
En overal waar wij kwamen, een vriendelijk of hartelijk woord
tusschen de Engelschen en hunne bewakers, geen sprake van
teruggetrokkenheid, stugheid of geslotenheid, in een woord een
geheel ander beeld dan men zich hier van Ruhleben heeft gevormd.
De geïnterneerden zijn niet gedwongen, de Duitsche officieren te
groeten, maar toch was er bijna geen enkele, die niet door het
afnemen van het hoofddeksel, een lichte buiging (zeer velen loopen
bij voorkeur blootshoofds) of door opstaan van zijn respect of
genegenheid blijk gaf.
Enz.
391
I. M. T. 25 191 9.