Die primaire eisch brengt o.m. met zich, dat geen oogenblik gedacht kan worden aan het maken van eenig onderscheid tusschen „Landaarden", zooals wij dat in vredestijd zoo goedig gewend zijn. In oorlogstijd kan daar onmogelijk sprake van zijn, immers, dan eet Europeaan, Amboinees en Inlander uit denzelfden pot (gemeng de compagnie) en kunnen de koks, die het toch al druk genoeg zullen hebben, zich heusch niet gaan ophouden met verschillende menu's tegelijk. Doch niet alleen het bereidingsvraagstuk eischt „eenvoud" en daarmede geen onderscheiding in landaarden, ook het thema „V e r- strekking door de Intendance" en de administratie der voeding eischen zulks evenzeer. Het nieuwe tarief onderscheidt helaas wel landaarden en is der halve uit dien hoofde „Fout De meeste quanta zijn intusschen voor alle landaarden gelijk ge worden men ziet, men heeft de noodzakelijkheid van eenvormig heid wel gevoeld, is echter voorloopig, als naar gewoonte, niet genoeg radicaal-consequent geweest. Had men het eenige juiste beginsel doorgevoerd, dan zoude het onderstaande staatje er nog heel wat eenvoudiger uitzien dan thans het geval is. Varkensvleesch zou dan uitgesloten zijn geweest, o i. geen be langrijk bezwaar. Het, door ons als „onvermijdelijk", voorop gestelde, beginsel brengt verder mede: verstrekking van „brood" aan Inlanders. Reeds eerder betoogden wij, dat men dien kant uit moeter zijn zeer zeker bezwaren, maar die moeten overwonnen worden. Het is ondoenlijk te velde door de koks driemaal te laten koken een der maaltijden moet worden opgevoerd, niet alleen voor de Europeanen en Amboineezen, zooals thans geschiedt, doch voor allen. De „eenvoud" eischt verstrekking van een gelijke hoeveelheid vleesch aan allen (ook de spijsverdeeling eischt zulks), evenzoo behooren gelijk te zijn de quanta boonen, gebraden gehakt, deng- deng, gedroogde visch, rijst, snertgroenten ivoor rundersnert), suiker, volksspijs, ontbijtartikelen, wat thans allemaal niet het geval is. 363

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 425