De diensttijd zal duren 13 jaren bij de militie en 4 jaren bij den landstorm zoowel militie als landstorm worden te land en ter zee aangewend, te land echter alleen binnen Nederl -Indië Bij een diensttijd van 13 jaren in de militie zou, blijkens de gemaakte berekeningen, een jaarlijksch contingent van 9.200 man noodigzijn om de bovengenoemde legersterkte te bereiken, zoodat bij eene bevolking van 31.000 000 zielen (2) jaarlijks ong. 0.03% der be volking zal worden opgeroepen, d. i. 1 op de 3375 zielen. Hetzelfde percentage bedraagt in Duitschland 0,46, in Frankrijk 0,63 en in Nederland 0,41. Wegens gebrek aan kader voor opleiding en aanvoering zal het echter voorloopig niet mogelijk zijn lichtingen van 9209 man op te roepen, zoodat men zich voorshands zal moeten vergenoegen met jaarlijksche lichtingen van slechts 2090 man, d.i. 1 op ruim 15.000 zielen. Zoodra het thans bestaande leger en de dienstplichttroepen te zamen eene sterkte van ong 100.000 man hebben bereikt, zal verdere uitbreiding van het dienstplichtleger gepaard gaan met eene geleide lijke vermindering van het vrijwilligersleger tot eene sterkte van 20.000 man, bestemd tot het handhaven van orde en rust, voor de eene helft gelegerd op Java en Madoera en voor de andere helft daarbuiten. Mettertijd zal ook dit leger verdwijnen en plaats maken voor poli tieafdelingen tot handhaving van orde en rust en voor dienstplicht troepen, gesteund door de vloot voor de verdediging. De duur der eerste oefening bedraagt bij de onbereden wapens en bij de zeemilitie hoogstens één, bij de bereden wapens hoog stens twee jaar. Een gedeelte der ongegradueerde dienstplich= tingen der onbereden wapens zal als „blijvend gedeelte" 4 a 4 maand na het verstrijken van den eerste-oefeningstijd onder de wapens moeten blijven. Herhalingsoefeningen hebben plaats bij onbereden wapens en diensten gedurende hoogstens 48 dagen, hetzij ineens, hetzij verdeeld over hoogstens drie tijdperken, bij de bereden wapens eenmaal voor hoogstens 28 dagen, bij de zeemilitie eenmaal voor zes weken. Evenals bij de zg. Eur. militie wordt bij de inheemsche militie kaderplicht ingevoerd. De normale jaarlijksche lichting der Eur. dienstplichtigen op ong. 600 man stellende, zullen, althans voorloopig, jaarlijks 2600 Eur. en niet-Eur. dienstplichtigen worden opgeroepen Het is de bedoe ling de voor de infanterie bestemde dienstplichtigen samen te bren gen in vier bataljons, elk bestaande uit 1 Eur. en 3 niet-Eur. comp. van ong. 135 recruten elk, te legeren te Soekaboemi, te Poerwokerto, te Madioen en te Klakah of Bondowoso. Het overige deel der jaarlijksche lichting wordt ingedeeld bij de bereden wapens, de vestingartillerie en bijzondere diensten. In betaling, voeding, verpleging en kleeding zal de inheemsche militie op geheel denzelfden voet als de Eur militie worden be handeld, behoudens eenige verschillen voortvloeiende uit andere (2) Hieronder niet begrepen Madoera en het rijk van Mangkoe Negoro, waar men althans voorloopig de barisans en het legioen op den bestaan- den voet wil behouden. 40

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 42