Artikel 13 vermeldt nog in het bijzonder, dat onder de straffen in het besluit bedoeld, mede begiepen worden: de plaatsing inde 2de klasse van militaire discipline en de inlijving bij een strafde- tachement. Evenals degradatie vindt men hier weer waarborgen tegen te spoedige ten uitvoerlegging van deze zware straffen. Ze mogen nl., tenzij de gestrafte afstand heeft gedaan van het recht van beklag (zal hij dat wel ooit doen?), niet ten uitvoer worden gelegd binnen vier dagen aanvangende met den tweeden dag na dien, waarop de oplegging der straf ter kennisse van den gestrafte is gekomen, ook al klaagt hij niet. Heeft hij zich beklaagd, dan niet vóór den derden dag, nadat de beslissing van den chef van den strafoplegger, en gaat hij nog hoogerop, niet vóór de eindbeslissing van het Hof hem bekend is gemaakt. Echter zijn deze klagers van rechtswege in arrest tot het tijdstip der plaatsing of inlijving. Resumeerende zien wij, dat bij deze reclameregeling in hoofd zaak gestreefd is naar grootere waarborgen tegen onrechtvaardi ge bestraffing, doordat gebroken is met het stelsel, dat ieder reclamant beginnen moet zijn straf te ondergaan, overschillig of hij klaagde of niet. Wel geeft art. 3 te kennen, dat in beginsel de straf niet door beklag wordt geschorst, maar wij zagen, dat zulks bij degradatie, plaatsing in de 2e klasse van militaire discipline en inlijving bij het strafdetachement wèl het geval is, terwijl de chef van den strafoplegger (indien en voor zoover daartoe termen zijn) alle straffen, waarover beklag, kan schorsen. Naast de schenking van deze waarborg zijn de bekende breidels tegen te kwistig ge bruik van het recht van reclame in hoofdzaak komen te vervallen. Behalve bij zware bestraffingen als bovengenoemd is het verplicht arrest van ieder reclamant tot na eindbeslissing van het Hof afge schaft alsmede „de douw er bovenop", de extra-bestraffing door chef van den strafoplegger en krijgsraad of Hof bij lichtvaardig beklag. Uit het voorschrift, dat ten onrechte geleden nadeel zooveel mogelijk dient te worden hersteld, uit zich 's wetgevers goede be doeling het best. Eenige hoofdpunten ter vergelijking. Oude regeling. Nieuwe regeling. Termijn van beklag: voor gear- id. 4 dagen, aanvangende resteerden binnen 3 x 24 uren, voor met den 2den dag na het kennis niet-gearresteerden niet vóór den krijgen van de straf. 2den en niet na den 4den dag 413

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 445