Siroomingen in hei Leger
Strijd den goeden strijd des geloofs.
I Tim. 6: 12a.
Bovenstaand onderwerp is oogenschijnlijk een afgegraasd veld
en na de artikelen onlangs in de „Locomotief" en „Het Nieuws
van den Dag van Ned.-Indië" verschenen over den geest in het
leger en de moderne militaire ziel, zou men oppervlakkig denken,
dat er weinig meer over te schrijven valt. Wanneer nochtans daar
toe overgegaan wordt, spruit zulks hieruit voor, dat mijnerzijds
een ander punt van uitgang gekozen werd Reeds lang gewoon
van onderwerpen van belang geacht uitknipsels te verzamelen,
stelde ik daaruit dit opstel samen. Het wordt noodzakelijk geoor
deeld hiervan tevoren mededeeling te doen, opdat het den lezer
bij, wat volgen zal, steeds voor oogen zal staan, dat meestentijds
noch ervaring, noch eigen meening wordt weergegeven, doch niet
anders dan een weerspiegeling van de publieke opinie, geworpen
door de lenzen der critiek.
Aangevangen wordt met den bruinen broeder, omdat het langzaam
aan tijd wordt kennis te nemen van de stroomingen onder hen
ontstaan en wel in de eerste plaats met de Menadoneezen, daar zij
de meest uitgebreide en best georganiseerde vereeniging hebben, nl.
de Perserikatan Minahasa, in 1910 te Magelang opgericht en 15000
leden tellend, waarvan de meerderheid nog steeds militairen. Aan
vankelijk een militair ondersteuningsfonds, heeft die vereeniging
zich met de toeneming van het aantal burgerleden meer en meer
verpolitiekt in de oppositie door haar gevoerd tegen het Inl. en Eur.
bestuur in de Minahasa. Het politiek karakter trad nog meer op
den voorgrond, toen een barer voornaamste leden, de Heer F. Laoh,
als afgevaardigde deel uitmaakte van de I.W. deputatie naar Nederland
en het bereikte zijn tegenwoordig hoogtepunt, toen uit haar midden
twee Volksraadsleden voortkwamen, t.w. de reeds genoemde Heer
Laoh en de bekende ex-Majoor van Sonder, A. L. Waworuntu, de
eeuwige opposant en bestrijder van het bestuur der Minahasa,
doch niettemin, een warm aanhanger van de Nederlansche natie.
415