Dit is bij den Heer Waworuntu geen gevoelsquaestie alleen, maar spruit voort uit de overtuiging, 1. dat bij de Nederlandsche Regeering, al moge hare dienaren vaak mistasten en al moge soms onrecht in haren naam worden bedreven, ten slotte altijd recht te vinden is; 2. dat de Minahasers ten allen tijde een bevoorrechte positie neb ben ingenomen onder de Nederlandsche vlag, in zooverre, dat hun, wat betreft onderwijs a.a., steeds een ruime portie is toebedeeld 3. dat de Minahasers, zelfs, al zouden zij de ieiding krijgen en behouden van een volksbond van Celebes en al zouden zij in vrede en bondgenootschap kunnen leven med de hun zoo tegenge stelde Amboineezen, zij ten slotte bij de Mohammedaansche bevol king van den Archipel zonder Nederlandschen steun ver in de minderheid zijn. Op grond van het bovenontwikkelde acht dan ook de Majoor de loyauteit der Minahasers op hechten grondslag gevestigd. Toch is die loyauteit niet onbeproefd gebleven15 jaar geleden werd ook de Minahasa in de sfeer der Japansche opmerkzaamheid getrokken. De eerste Japanners, die de Minahasa bezochten, a.s visschers aan de kusten, als erfpachtsjagers in het binnenland, waren beschaafde menschen, beminnelijk en aangenaam in den omgang. Zij vestigden de aandacht op de overeenkomst in taal en ras tus- schen de Minahasa en Japan. Zij, die evenwel deze pioniers volgden, vertoonden het gewone type der Japanners in onzen Archipel, ar rogant, onbeschaafd en hardhandig in hun optreden, zoodat zij hier als elders de bevolking van zich afstieten. De Minahaser is dan ook reeds lang van zijne Japansche sympathieën genezen en van de verhalen van Minahasers op de Japansche vloot zou niet anders waar zijn dan dat de zoon van een hoekoem toea, die met deugen wilde, een Japanner naar zijn land gevolgd is en daar nu met ver taalwerk in zijn onderhoud voorziet. Nochtans schijnt deze Japansche propaganda zelfs de aandacht onzer Engelsche naburen gelrokken te hebben, althans de Heer Laoh werd bij zijn terugkeer uit Nederlan te Singapore bij den militairen commandant ontboden, die hem o.m. de vraag stelde, welke zijde de Minahasa zou kiezen bij een ooidog tusschen Nederland en Japan Het antwoord liet aan duidelijkhei niets te wenschen over. Welken invloed oefent nu de Perserikatan Minahasa uit in ons Leger Allereerst zij de aandacht gevestigd op hare actie, o a. in haar orgaan, de Nafiri Minahasa, gevoerd tegen de heerendiensten in de Minahasa. Zooals men weet, zijn alle gegageerde en gepensionneerde militairen 416

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 448