Wat betreft de verdere verlangens, zij zijn in het kort: open
stelling van de hoogere onderofficiersrangen, gelijke betaling, er-
pleging en diensttijd als de Europeanen, een W. en W. fonds en
betere huisvesting der gehuwden. Het „blanda" willen zijn moge
tot overdrijving leiden, laat ons blij zijn, dat het bestaat. Een
dieper ingaan op de verlangens van de bewoners onzer twaalfde
provincie zou een opstel op zichzelf vereischen.
Nog worde met een enkel woord vermeld, hoe men Mr. Thomas,
den hoofdredacteur van het Bat. Handelsblad, tot rechtskundig ad
viseur der P. M verkoos en hoe men dezen opdroeg de statuten,
destijds opgemaakt door den toenmaligen Kap. S. van Hulstijn, te
wijzigen, aangezien men, daar Magelang als voornaamste garnizoen
der Amboineezen zijn beteekenis verloren heeft, het hoofdbestuur
wil overbrengen naar Batavia. In de door Mr. Thomas ontworpen
wijzigingen trekken twee de aandacht en wel het doen wegvallen
uit art. 13 van de volgende passage: „De P. M. tracht haar doel
te bereiken door zich zoo noodig met billijke verzoeken te wenden
tot de bevoegde autoriteiten, echter uitsluitend langs wettelijk geoor-
loofden weg". Wenscht Mr Thomas de P. M. den tot nu toe gevolg
den weg te doen verlaten
Verder zal volgens de wijziging van art. 10 het beschermheerschap
niet meer aan een officier of ambtenaar worden aangeboden, maar
aan een invloedrijk man of vrouw, hetzij vorst, Hoofdofficier,
ambtenaar, handelaar of industrieel. Men ziet dus hier de subalterne
officieren uitgeschakeld, waarmee practisch gesproken aan den invloed
van het officierscorps op de vereeniging een eind gemaakt zal worden.
lntusschen heeft men van verschillende zijden bezwaar gemaakt
tegen deze wijzigingen. Nochtans zal aan de gestes van den advi
seur aandacht zijn te schenken.
Na het voorgaande kan de behandeling van de strooming onder
de Amboineezen kort zijn. Zooals niet onbekend zal zijn, is hun
nationale vereeniging Ambonsch Studiefonds met het maandblad
Persekoetoean als orgaan. Ook deze vereeniging droeg aanvankelijk
geen politiek karakter, trouwens telt zij niet meer dan 3000 leden.
De laatste jaren onder haar president, den Heer J A. Soseüsa, is
zij evenwel den politieken weg opgegaan en draag ze eenChriste-
lijk-nationaal stempel. Ook de heer Soseüsa \Verd tot Volksraads
lid aangewezen en ook hij meende den boer op te moeten gaan
onder onze militairen en zich te moeten opwerpen als klachtopne-
mer. De grieven bij hem uitgebracht, betreffen de slechte huisves
ting der Amb. onderofficieren en manschappen, de mindere soidijen,
418