gemis van pensioen voor W. en W., onheusche behandeling der getrouwde vrouwen, bezwaren tegen de plannen om den algemeenen naam „Indisch militair" te geven ook aan het Ambonsch element in het leger, oppositie tegen den eisch om de Nederlandsche taal te kennen bij het examen voor sergeant 1ste klasse, e.d., aldus weer samen te vatten onder behandeling „Saperti orang blanda". De bezoldigingscommissie kan er zeker van zijn, dat alle Amb. voorstellen variaties zullen zijn op dit thema. Wat evenwel mede opviel op eene vergadering door Ambon gehouden ter beraad slaging over een voorstel aan de bezoldigingscommissie, was, dat alle gehouden redevoeringen (en het waren er vele) begonnen met dankbetuiging aan het legerbestuur en onveranderlijk eindigden met „Hidoep S.BM.R. WiHielmina! Hidoep karadjaan blanda!" Het Leitmotief „saperti orang blanda" vindt niet alleen zijn oorsprong in materieele eischen, maar meer nog in een zich verwant gevoelen met Nederland. In dit verband verdient de handelwijze van een c. ct., die uit de circulaire ter beperking van het rijstverbruik iets lezend, wat er niet in slaat, het broodje der Amboineezen verving door sago van een qualiteit en bereiding, zooals men die op Ambon niet kent, alle afkeuring. Brood is nu eenmaal een kenmerk van Nederlanderschap, waaraan het hoogst onverstandig is bij onze loijale Amboineezen te raken. Met nog een enkel woord ware de poging van Soetan Kasajangan te schetsen om Ambon van den loijalen weg af te brengen; daar evenwel de poging van dezen Sumatraan met Nederlandsch geld tot zijn tegenwoordige positie gebracht, op een zeldzaam fiasco uitliep, zij er verder het zwijgen toe gedaan. Mogen verschillende corporaties bij Kromo in de dessa succes hebben, Kromo in de kazerne bleef buiten den stroom. Tegengewor pen zal worden, dat het gehalte van Kromo de laatste jaren achter uitgegaan is, dat zijn criminaliteit stijgt; daarop zij geantwoord, dat zulks geweten moet worden 1. aan de vermindering der heerendiensten, 2. aan de stijging van den algemeenen loonstandaard, terwijl de soldij tot voor kort onveranderd bleef, 3. aan de, zij het ook geringe, verbetering van het dessabestuur door vooruitgang van onderwijs, verkeerswezen en uitbreiding der pers, met als gevolg publiciteit en critiek, 4. aan de gemengde compagnie, waar Kromo dagelijks zijn minder waardigheid gedemonstreerd wordt. 41»

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 451