een vereeniging tot onderlingen steun met uitkeeringen als de P.M. wenschte op te richten. Eenige berekening ter zake had hij niet gemaakt en eenig begrip van de financiëele consequenties bleek hij evenmin te hebben. Verder zou de bond actie voeren tot positieverbetering niet alleen, maar ook, tot verhooging van het moreele peil, terwijl zij in niemands gareel zou loopen. Daar mee was evenwel reeds dadelijk de omstandigheid in strijd, dat Soedarsono beadviseerd werd door een Eur. korporaal, een Solda- tenbonder. Inlusschen, de firanciëele plichten bleken voor Kromo een bezwaar. Ten slotte trachtte nog de Soldatenbond zieltjes te winnen daarbij stuitte men op een krachtige oppositie in eigen boezem. De groote meerderheid, die alleen positieverbetering beoogde, wenschte bij hunne actie geen niet-Eur. Brandsteder en het Soerabajaasch Hoofdbestuur hadden evenwel verder reikende idealen, waarbij de steun, althans de onzijdigheid der niet-Eur., onmisbaar was en zoo dreven laatstgenoemden hun zin door. Intusschen, de oogst was gering: zoo traden te Meester Cornelis 35 niet-Eur., in hoofdzaak van de compagnie van den afdeelingsvoorzitter, tot den Bond toe, die echter op de volgende vergadering allen ontbraken en geen ver dere blijken van belangstelling meer gaven. De meening is geuit, dat de invoering der Inl. militie een gevaar zal opleveren voor het Nederlandsche gezag, dat die miliciens een instrument zullen worden in handen van volksmenners. Stemt de ondervinding der Franschen met hun militie in Afrika, gerecruteerd uit eene krijgshaftige, fanatieke en gedeeltelijk pas onderworpen be volking, reeds hoopvol, waar geen nationaal bewustzijn bestaat en de strijdende Islam weinig kans heeft in de kazerne, wordt ver meend, dat geen redenen tot ongerustheid aanwezig zijn, ethische overwegingen nog buiten beschouwing gelaten. Nochtans zal waakzaamheid ten allen tijde geboden zijn en is ter zake Lord Roberts' boek over the Great Mutiny zeer leerzaam. Daar toch lezen we, hoe kolonels, toen zij order kregen hun Sepoy- regimenten te ontwapenen, bezwoeren die bevelen in te trekken. Zij stonden absoluut voor de loyauteit van hun corps in, maar moesten den volgenden dag voor hun leven rijden. Ons officiers corps kan er echter met trots op wijzen, dat het nimmer de voeling met de troep zoodanig verloor, dat dergelijke toestanden bij ons mogelijk worden. De verhandeling over den bruinen broeder hiermee afsluitend meen ik te mogen concludeeren, 421

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 453