nair. De verkregen gegevens zijn nochtans schraal, wat te betreuren is, want ze wekken den indruk, dat meer volledige betreffende trac- te'ment, kleedhig, voeding, enz. door de bezoldigingscommissie in ons leger verspreid, Jan zoowel als MatulessiJ en Lolang tot meer tevredenheid met hun bestaan zouden stemmen. Het Vreemdenlegioen dan bestond vóór den oorlog uit 2 regimenten ter gezamenlijke sterkte van 13 bataljons, 2 depots en 1 „bataillon de marche". De compagnieën zijn ongemengd in tegenstelling met de zouaven en de tirailleurs algériens. De sterkte bestaat voor 60 a 65°/0 uit Franschen, terwijl 40°/0 van de vreemdelingen bestaat uit Duitschers. De jaarlijksche aanvulling bedraagt 3000 man, waaronder 700 Duitschers. Voor toelating worden uitsluitend physieke- en leeftijdseischen gesteld (18 tot 40 jaar). Men engageert zich voor 5 jaar, reëngageert zich van 1 tot 5 jaar. Na. 15 jaar wordt recht op pensioen verkregen, waarbij echter de tijd te velde doorgebracht met Wv vermenigvuldigd wordt Vreemdelingen krijgen geen handgeld en geen pensioen, tenzij zij zich laten naturaliseeren, waartoe zij zich evenwel moeten legitimeeren. Eerst bij de wet van 7 Augustus 1910, zijn de periodieke verhoogingen ook voor vreemdelingen van kracht verklaard. Het minimum-pensioen bedraagt 650 francs. Franschen, die bij andere korpsen met een rood paspoort zijn ont slagen of van den miltairen stand vervallen zijn verklaard, kunnen teekenen „a titre étranger". Steeds zijn minstens 8 bataljons te velde in Marokko, Dahomey, Tonkin, Madagascar, e.e. De officieren zijn voor 2/3 Franschen en dienen vrijwel constant bij het legioen; plaat sing daarbij geschiedt uitsluitend op verzoek en bij wijze van gunst. Zij vormen dan ook een élite, die generaals als Galliéni, Gouraud, Mangin en d'Esperey heeft opgeleverd. De kazerneering staat bij ons leger ten achter, voorzoover kon geconstateerd worden uit foto's in de Illustration, tere.,' Maj. Stolk daarover aanteekent, dat b.v. „de kazerne van de tirailleurs te Blida in alle opzichten geleek op onze oude Hollandsche gebouwen; in de ijzeren kribben lag de stroozak op 3 breede planken, die langzamerhand door ijzeren raamwerk als bij ons zullen vervangen worden. De officieren hadden er hooge verwachting van, dat door deze wijziging de wandluizenplaag zou verminderen".-„De bepakking is in onze oogen enorm en weegt ver over de 25 K G." Naar de menu's in de Illustration gepubliceerd, te oordeelen, is de menage er zeker niet beter dan bij ons. Bij het in dienst treden ontvang elke man een nieuw stel kleeren en een stel oude voor exercitiën, bovendien een bedrag aan kleedinggeld, dat evenwel door 425

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 457