dermijnd heeft, ook in de lagere gebieden valt een dergelijk gebrek
te constateerenmen leeft in angst en beven voor zijn chefs, men
durft op fouten niet te wijzen, zijn meening niet te uiten, waar
door alweer het contact tusschen den troep en de hoogere aanvoe
ring gaat rammelen. Hoe ver dit gebrek kan gaan, leere het vol
gende. Een kapitein, hoog in de ranglijst, moedigde eenige luitenants
aan lid te worden van de N. I O. V. en schaamde zich niet eraan
toe te voegen, dat hij geen lid werd, omdat hij te veel te verlie
zen had.
Brengt de militie-import niet veel goeds, een ander importartike!
(het woord is van Henri von Edog in het orgaan van O. A. B.)
is voor den geest in het leger al niet veel beter. Cherchez la
femme. Ik citeer ten dezen een oordeel van G. G. Brouwer over
de Holiandsche vrouw in Indië in 1632: „want hier synde
gecoomen sober van conditie ende schielycken wat geprospereerd
hebbende, meenen dattet niet op en kan ende Jancken om te
comen by d'oude kennissen met soo verbeterden staat". Onze
onderofficieren mogen niet meer in gespeel verkeeren met de kinderen
des lands. Het huwelijk werd aangemoedigd, de militie kwam ge
trouwd uit en wie na een eerste verband uit het moederland terug
kwam, bracht een wederhelft mee. Maar de vrouwen uit den stand
van mevrouw onderofficier hebben als regel geen aanpassingsver
mogen, ze hebben altijd in een eng kringetje verkeerd, pakken niet
aan en de mevrouwstitel, die hun overigens gegund zij, doet ze kolderen
met gevolg, dat ze de tering niet naar de nering kunnen zetten en
manlief het leven verzuren. Aan den anderen kant deelen onze
onderofficieren nog altijd in het vooroordeel, hier te lande als elders
tegen den koloniaal bestaande, en kunnen zij daardoor moeilijk in hun
stand een vrouw in Indië vinden. Uit dien hoofde ware het toe
te juichen, wanneer het dragen van burgerkleeding aan alle onder
officieren buiten dienst werd vergund, zelfs zou het kunnen uitgestrekt
worden tot de werklieden beneden den rang van onderofficier. Het
dragen van burgerkleeding zal, hoe paradoxaal het moge klinken,
het prestige van de uniform verhoogen.
Alsnog een enkel woord over de gemengde compagnie. De ge
mengde compagnie is in het garnizoen een mislukking gebleken.
De Eur. comp., aangevoerd door kader en officieren met Jan ver
trouwd, die met de ijzeren hand in een fiuweelen handschoen de
discipline wisten te handhaven, werd verknipt tot Eur. secties, met
„landstormers" als kader en eiken willekeurigen, oudsten luitenant
als commandant. Het gezellige milieu van die comp. werd over-
437